Ondanks de doelstelling van Nederlandse regering en Europa om een plantaardig dieet te stimuleren, is er in 2018-2021 71 keer meer geld toegekend aan vlees en zuivel dan aan alternatieven. Voor de instandhouding van de vlees- en zuivelindustrie is zelfs 137 keer meer uitgegeven.
In Nederlands is de afgelopen vier jaar 28,7 miljoen euro subsidie uitgetrokken voor het stimuleren van alternatieven voor vlees en zuivel door de Nederlandse regering en de EU gezamenlijk. Het bedrag is slechts een schijntje vergeleken met de overheids-investeringen in de vlees- en zuivelindustrie. Daarvoor trokken Nederland en de EU in totaal 2 miljard euro uit. Dit blijkt uit onderzoek van ProVeg.
Het onderzoek omvatte alle publieke investeringen in eiwitproductie, van onderzoekssubsidies, ontwikkelsubsidies, en subsidies voor verduurzaming en/of instandhouding. Ook directe steun aan bedrijven, waaronder schadeloosstellingen van veehouders die bijvoorbeeld hun bedrijf ruimden, of subsidieregelingen voor veehouders om duurzamer te produceren of te verkleinen. De verhouding in investeringen dierlijk en plantaardig komt inclusief die categorieën zelfs op 83 tot 1.
Joey Cramer, public affairs manager bij ProVeg Nederland zegt daarover: "De Nederlandse overheid heeft zich tot doel gesteld dat onze eiwitconsumptie in 2030 voor minstens 50% uit plantaardige bronnen moet komen. Dat is nu nog geen 40%. Er is daarom veel werk aan de winkel. Dat heeft het kabinet ook onderschreven bij monde van toenmalig minister Staghouwer in maart van dit jaar. Om in 2030 tot 50% te komen, moeten nú investeringen worden gedaan. Uit dit onderzoek blijkt dat het huidige niveau van subsidies voor plantaardig vooralsnog ondermaats is."
ProVeg maakt ook de vergelijking met de energietransitie. Voor de overgang naar duurzame energiebronnen heeft de overheid in 10 jaar 35 miljard euro vrijgemaakt. De overheid laat hiermee zien dat klimaatbeleid in de praktijk nog vooral energiebeleid is, waaraan de klimaatafdruk van voeding - ongeveer een derde van de totale CO2-uitstoot wereldwijd - ondergeschikt is. "Als de Nederlandse overheid haar klimaatdoelen wil halen, dan zal ze de eiwittransitie net zo serieus moeten gaan nemen als de energietransitie. En dat betekent ook een net zo serieuze investering. Als we het ene doen en het andere laten, dan is de kans klein dat we het klimaat op tijd kunnen bijsturen", stelt ProVeg.
Nederland blijft bovendien achter bij andere landen, stelt het rapport. Canada (253 miljoen dollar) en Singapore (144 miljoen euro) lopen voorop als het gaat om investeringen in alternatief eiwit. Ook de Europese Unie maakte 50 miljoen euro vrij. Daar staat tegenover dat de EU zo’n 30 miljard euro in de veehouderij steekt, waaronder zo’n 60 miljoen aan subsidies om de consumptie van vlees en zuivel via promotiecampagnes juist te verhogen. Ongeveer een vijfde van de totale EU-begroting wordt zo gebruikt om het systeem gebaseerd op dierlijke eiwitten overeind te houden.
In de periode tot 2030 blijft de verhouding in subsidiestromen dezelfde ongelijkheid vertonen. Vermeldenswaardig is dat via het nationaal Nationaal Groeifonds een consortium 60 miljoen heeft ontvangen voor de ontwikkeling van kweekvlees.
Cramer: "Met de huidige verhouding in de subsidiestromen, zal de overheid haar doel van 50/50 in 2030 niet halen. In dat kader zou ik bijna willen zeggen: 'put your money where your mouth is'. Er zijn structurele subsidies nodig voor omschakelprogramma's voor boeren en voor andere innovaties die de eiwittransitie kunnen bevorderen. Uit de huidige plannen blijkt die urgentie echter niet. De toekenning voor het kweekvleesconsortium juichen wij uiteraard toe. Hoewel er meer nodig is om als Nederland weer een koploper te worden, is het een hoopvol signaal en een goed voorbeeld van waar de Nederlandse overheid wél investeert in alternatieve eiwitten."