De Tweede Kamer vraagt minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur te onderzoeken of, en zo ja, hoe het halen van de convenantafspraken over weidegang wettelijk kan worden vastgelegd. Ook krijgt de minister de opdracht om in gesprek te gaan met de zuivelsector hoe de doelstellingen ten aanzien van weidegang gehaald kunnen worden en de negatieve trend van de laatste jaren omgebogen kan worden. Dinsdag 1 april steunde een meerderheid een motie van NSC en ChristenUnie met deze oproep.
De zuivelsector heeft in een convenant het doel vastgelegd dat minimaal 81,2% van de Nederlandse melkveebedrijven weidegang toepast, In 2024 paste 73,9% van de melkveebedrijven volledige weidegang toe en 6,2% deelweidegang. De indieners van de motie zijn van mening dat deelweidegang, niet gelijkwaardig is aan volledige weidegang en daarom ook niet volledig bijdraagt aan de doelstellingen van het convenant.
Verder vinden de twee partijen dat het percentage bedrijven geen goed beeld geeft van het aantal koeien dat daadwerkelijk buiten in de wei loopt. Ze wijzen er op dat weidegang bijdraagt aan het welzijn van koeien, de biodiversiteit bevordert en het karakteristieke Nederlandse cultuurlandschap in stand houdt. Ook het imago van de zuivelsector sterk verbonden is met beelden van koeien in de wei.
NSC en ChristenUnie vragen minister Wiersma om een rapportage te maken over weidegang, niet aan de hand van het aantal bedrijven, maar van het aantal koeien dat in de wei loopt, hoeveel uur per jaar ze gemiddeld buiten lopen en een trend die daarin over de afgelopen vijf jaar is te zien.
Bron: Tweede Kamer