Tholen - De Europese Commissie heeft een voorstel aangekondigd om de duurzaamheidsrapportageverplichtingen voor bedrijven te vereenvoudigen. Dit is nodig om een aantrekkelijk ondernemersklimaat in Europa te behouden, aangezien de verschillen met landen buiten de EU dreigden te groot te worden. De vraag is of dit niet leidt tot een stagnatie van de vastgestelde duurzaamheidsdoelen. En wat betekent dit voor de biologische sectoren?
Ceel Elemans is sectorspecialist Food en Agri bij ING Bank. "We zijn blij met de versoepeling, want de EU heeft de afgelopen jaren vanuit drie verschillende perspectieven een woud aan regelgeving, toetsingscriteria en beoordelingspunten voor data ontwikkeld. Dit maakte het voor de sectoren niet gemakkelijker."
© Coen Pen | BJ.nl"We moeten niet op de rem gaan staan"
Voornemen
Het voorstel vermindert de administratieve lasten met 25 procent door de bestaande rapportageregels uit drie Europese richtlijnen samen te voegen tot één Omnibus-wet. Hierdoor wordt het grote aantal overlappende rapportageverplichtingen gereduceerd. Daarnaast stelt de Commissie voor om de drempelwaarden te verhogen en de ingangsdatum voor de meeste bedrijven met twee jaar uit te stellen. Als gevolg hiervan hoeft circa 80 procent van de voedingsbedrijven straks niet meer te rapporteren.
Voordeel
"De EU-voorstellen bieden voedingsbedrijven meer ruimte om hun eigen duurzaamheidskoers te bepalen. De Commissie wil het aantal verplichte datapunten waarop bedrijven moeten rapporteren aanzienlijk verminderen. Hierdoor krijgen bedrijven de vrijheid om meer eigen keuzes te maken, zonder dat ze gedetailleerde bewijsvoering hoeven te leveren. Zo kunnen ze op een slimmere en effectievere manier hun duurzaamheidsdoelen realiseren."
Biologische sectoren
De voorgenomen versoepelingen dragen bij aan een efficiëntere uitvoering van het duurzaamheidsbeleid. Desondanks vraagt Ceel zich af of de effecten uitsluitend positief zullen zijn. "De biologische sector is van nature gemotiveerd om, ongeacht de omvang, biologisch te opereren, in het belang van mens en natuur. Wanneer de drempel wordt verhoogd, rijst de vraag of dit voor bedrijven zonder deze intrinsieke motivatie of zonder voldoende verankering in hun denken, een reden kan zijn om af te haken."
Hij is van mening dat juist voor deze groep bindende richtlijnen en verordeningen belangrijke prikkels kunnen zijn om te verduurzamen. Een tweede aspect is de ketenverantwoordelijkheid. "Biologische bedrijven binnen het mkb kunnen wel blijvend worden bevraagd, bijvoorbeeld door retailers, over hoe zij biologisch verduurzaamd zijn." Dit is overigens meer een kenmerk dan een nieuw probleem van de versoepeling. Vaak stelt de biologische sector namelijk ook de voorliggende of navolgende partner in de keten vragen over de duurzaamheidsinspanningen die zij leveren.
Green Deal
Ook met de invoering van deze voorstellen blijven de duurzaamheidsdoelen van de EU Green Deal onverminderd van kracht. "Toekomstgerichte voedingsbedrijven doen er daarom goed aan niet op de verduurzamingsrem te trappen, maar hun verduurzamingsplannen voort te zetten. Dit voorkomt onnodige vertraging bij het realiseren van de doelen."
De beoordelingspunten worden mogelijk teruggebracht van 1100 naar 300 datapunten. "Ik kan me niet voorstellen dat er bedrijven zijn die niet in staat zijn om op basis van 300 datapunten te classificeren en zo te voldoen aan de voorgenomen nieuwe rapportagestandaard. Daarom zie ik geen reden waarom het duurzaamheidsbeleid niet doorgezet zou moeten worden."
Voor meer informatie:
Ceel Elemans
© Coen Pen | BJ.nlING Bank sector Food en Agri
Ceel.Elemans@ing.com