Het kabinet heeft besloten een voorlichtingsvraag bij de Raad van State (RvS) in te dienen over het instellen van een ondergrens van 1 mol/ha/jaar (mol per hectare per jaar) voor stikstofberekeningen. Het kabinet wil met deze stap de juridische houdbaarheid van deze rekenkundige ondergrens toetsen en versterken.
Minister Wiersma (LVVN): "Met het indienen van de voorlichtingsvraag zetten we weer een stap vooruit naar realistisch en uitlegbaar stikstofbeleid. Stikstofneerslag onder 1 mol/ha/jaar is zó gering, dat het model daar geen betrouwbare uitspraken meer over kan doen. Ik wil af van de doorgeslagen modellenwerkelijkheid die ons juridisch klemzet. De rekenkundige ondergrens is wetenschappelijk onderbouwd, en we willen daarnaast waarborgen dat deze juridisch houdbaar is. Daarom vragen we nu om voorlichting van de Raad van State."
Daarom een rekenkundige ondergrens
Bij veel economische activiteiten, zoals het houden van vee, woningbouw, infrastructuur en energieproductie, komt stikstof vrij. Een deel daarvan belandt in de natuur, waardoor voor deze activiteiten een natuurvergunning nodig is. Op dit moment geldt een nagenoeg nulgrens (0,005 mol/ha/jaar). Wetenschappers stellen dat deze extreem lage grens leidt tot schijnzekerheid. Dit blijkt uit het advies van Hordijk en de onderzoeken van TNO en de Universiteit van Amsterdam. Het is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen waar zulke kleine hoeveelheden stikstof daadwerkelijk neerslaan. Met de huidige nulgrens worden ondernemers hier vervolgens wél verantwoordelijk voor gehouden.
Dit vindt het kabinet onrechtvaardig. Daarom heeft professor Arthur Petersen, op verzoek van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), een wetenschappelijke onderbouwing ontwikkeld voor een ondergrens in het model. Daaruit is een ondergrens van 1 mol/ha/jaar gekomen. Stikstofneerslag onder deze waarde is zo gering dat het niet meer meetbaar is en niet met voldoende wetenschappelijke zekerheid aan een bron kan worden gekoppeld. Daarom zijn berekeningen onder deze grens wetenschappelijk gezien onvoldoende betrouwbaar voor besluitvorming over projecten.
Proces tot nu toe
Na een wetenschappelijke peerreview heeft Petersen de onderbouwing verder aangescherpt en versterkt. Hiermee ligt een solide, wetenschappelijke basis voor een rekenkundige ondergrens, waardoor projecten met een stikstofuitstoot onder 1 mol/ha/jaar geen natuurvergunning meer nodig zouden hebben. Die wetenschappelijke onderbouwing is eerder al met de Kamer gedeeld, en is de afgelopen weken vertaald naar een voorlichtingsvraag voor de Raad van State.
Vervolg
Het kabinet vindt het belangrijk om de Raad van State om voorlichting te vragen, aangezien dit helpt om de juridische onderbouwing te toetsen en te versterken. Uiteindelijk is het aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hoogste bestuursrechter om daar uitsluitsel over te geven. Dit kan pas gebeuren als de ondergrens wordt voorgelegd in een passende hogerberoepszaak. De huidige voorlichting door de Afdeling advisering van de Raad van State dient als een juridische toets vooraf, om de onderbouwing nog robuuster te maken. Het advies vormt daarmee een bouwsteen voor de uiteindelijke invoering.
Het voorlichtingstraject duurt doorgaans circa 10 weken. Het kabinet zal de Raad van State verzoeken deze kwestie met prioriteit te behandelen. De voorlichtingsvraag die vandaag naar de Raad van State wordt verstuurd, wordt ook met de Kamer gedeeld.
Bron: Rijksoverheid