In december 2024 waren er 373 duizend werklozen. Dit is 3,7 procent van de beroepsbevolking, net als in de vier maanden ervoor. Het aantal mensen met betaald werk steeg de afgelopen drie maanden met gemiddeld 12 duizend per maand en bedroeg 9,8 miljoen in december. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind december 175 duizend lopende WW-uitkeringen.
3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar hadden in december geen betaald werk. Naast de 373 duizend werklozen waren er 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het aantal mensen buiten de beroepsbevolking nam gemiddeld over de afgelopen drie maanden met 2 duizend per maand af. Het aantal werklozen daalde met gemiddeld 1 duizend per maand.
Veranderingen in de beroepsbevolking
Licht herstel arbeidsdeelname in november en december
In december was de nettoarbeidsparticipatie 73,1 procent. In juni 2024 was 73,4 procent van de 15- tot 75-jarigen werkzaam. Dat aandeel nam in de maanden erna af tot 72,8 procent in oktober. In de afgelopen twee maanden nam de arbeidsdeelname weer iets toe. Onder jongeren nam de arbeidsdeelname het meest toe.
Werkloosheid en WW-uitkeringen
UWV: in december 1,7 duizend WW-uitkeringen minder
In december 2024 verstrekte UWV 174,8 duizend WW-uitkeringen. Dat zijn er 1,7 duizend minder dan eind november (176,6 duizend). In december werden er 20,2 duizend uitkeringen beëindigd, terwijl er 18,4 duizend nieuwe uitkeringen bij kwamen. Ten opzichte van een jaar geleden was het aantal WW-uitkeringen eind december 8,7 procent hoger. Het aantal WW-uitkeringen schommelde de afgelopen 12 maanden tussen de 164 duizend (juli) en de 179 duizend (oktober).
UWV: vooral minder uitkeringen in de bouw en bij uitzendbedrijven
Het aantal werkloosheidsuitkeringen nam vergeleken met december 2023 het meest af in de bouw (-5,9 procent), bij uitzendbedrijven (-5,1 procent), de sector landbouw, groenvoorziening, visserij (-4,2 procent) en het bank- en verzekeringswezen (-3,9 procent). Sectoren met de grootste toename in het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van vorig jaar december zijn metaalindustrie, installatie, voertuigen (+25,3 procent), overheid (+23,6 procent), onderwijs (+20,0 procent), voedings- en genotmiddelenindustrie (+19,9 procent) en de chemische industrie (+18,9 procent).
Instroom naar werkloosheid iets lager dan uitstroom
De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. In het schema hieronder staan deze stromen. De figuur daaronder laat zien hoe die verschillende stromen zich in de afgelopen jaren ontwikkelden.
Stromen tussen arbeidsposities
Ontwikkeling werkloze beroepsbevolking
De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid laten dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken, en de arbeidsmarkt en dus de beroepsbevolking verlaten. In totaal waren er in december 236 duizend mensen die drie maanden eerder nog werkloos waren.
Er zijn ook twee stromen die de werkloosheid kunnen laten stijgen. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt, maar op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking. Het totale aantal mensen dat werkloos werd, was met 232 duizend mensen lager dan de uitstroom van 236 duizend. Daardoor nam het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden licht af met gemiddeld 1 duizend per maand.
Bron: CBS