Tholen - Onlangs becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat om de ambitie van de Nederlandse overheid om in 2030 15 procent biologische landbouw te realiseren, jaarlijks 26.000 hectare aan het biologisch areaal zou moeten worden toegevoegd. CBS laat weten dat er in 2023 81.500 hectare in gebruik was voor biologische landbouw, 4,5 procent van het totale landbouwareaal. Het laatste jaar kwam er 7.200 hectare biologische landbouwgrond bij.
Daarmee lijkt opschaling naar 15 procent binnen 6 jaar een behoorlijke opgave. Hoewel de biologische landbouw groeit, neemt het areaal relatief langzaam toe. Van 47.000 hectare in 2015 tot 81.500 hectare in 2023, wat dus overeenkomt met 4,5 procent van het totale Nederlandse landbouwareaal. Overigens geeft Eurostat aan dat dit Europabreed 10,5 procent was in 2022. Nederland bungelt met 4,5 procent in de onderste Europese regionen; drie plaatsen verwijderd van hekkensluiter Malta, dat uitkomt op minder dan 1 procent biologisch areaal. Met respectievelijk 27 en 23 procent voeren Oostenrijk en Estland de lijst aan. Waar Oostenrijk het Europese streefgetal van 25 procent al is gepasseerd, is er voor veel landen dus nog werk aan de winkel.
Bio consumptie naar 3,8 procent
Want hoewel de Nederlandse biologische consumptie groeit, is er niet direct aanleiding om te denken dat een opschaling van de productie naar 15 procent als vanzelf door de markt zal worden opgenomen. Het totale bio- omzetaandel steeg in 2023 naar 3,8 procent, laten BioNederland en GfK weten. Vijfenzeventig procent van de biologische omzet wordt gerealiseerd in supermarkten; dat komt overeen met 3,4 procent van de totale biologische omzet. Ter vergelijk: in 2022 was dit 3,1 procent. Wel weer hoopvol is dat verse producten 72 procent van de biologische omzet uitmaken en in 2023 met 57 procent veel harder stegen dan de bestedingen aan biologische kruidernierswaren, dat het moest doen met een omzetstijging van 14 procent. Overigens kopen de meeste huishoudens biologische producten, steeds vaker en meer per keer, resulterend in een groei van 42 procent ten opzichte van 2021.
Als onderdeel van de Farm to Fork Stragegy – die de EU lanceerde in het kader van de Green Deal, dat zich richt op een duurzaam voedselsysteem – heeft de EU zich ten doel gesteld dat in 2030 ten minste 25 procent van het landbouwareaal in de EU biologisch moet worden bebouwd en dat de biologische aquacultuur aanzienlijk moet toenemen. Dit is een ambitie die het gemiddelde biologische areaal in Europa moet weerspiegelen. Lidstaten kunnen dus, afhankelijk van de omstandigheden in hun land, kiezen voor een ander streefgetal. Nederland heeft de ambitie uitgesproken dat in 2030 15 procent van het landbouwoppervlak voor biologische landbouw gebruikt wordt. Om dat te bereiken gaat LNV samen met de sector en ketenpartijen aan de slag om biologische productie en consumptie te laten toenemen. Om de biologische landbouw te versterken is voor 2023 en 2024 26 miljoen euro beschikbaar uit het transitiefonds, meldt de Rijksoverheid op haar website.
Hoeft niet ingewikkeld te zijn
Ondanks deze wat minder optimistische cijfers stellen BioNederland (Vereniging Biologische Producenten en Handel) voorzitter Jan Groen en secretaris Allard Bakker dat het halen van de biologische ambitie van 15 procent van het Nederlandse areaal, zo ingewikkeld niet hoeft te zijn. "Als iedereen een dag in de week biologisch eet, zijn we aan die 15 procent. Dat klinkt niet als heel onoverkomelijk."
Jan Groen
En ook de prijs hoeft geen struikelblok te zijn, geeft Allard – Directeur van De Groene Weg, een zelfstandig dochteronderneming van Vion Group, gericht op biologisch vlees - aan: "De prijs wordt nog wel eens als grote barrière genoemd als het gaat om de consumptie van biologisch, maar uit onderzoek blijkt dat 70 procent van de Nederlandse bevolking zich dat prima kan veroorloven." Daarbij ziet Jan – Directeur van Green Organics dat zich bezighoudt met de vermarkting van biologische AGF - dat biologische groenten en fruit vaak helemaal niet duurder zijn dan de conventionele tegenhangers.
Niet duurder
"Afgelopen zomer zagen we bijvoorbeeld dat de reguliere komkommerprijzen ver boven de biologische prijzen lagen. En als je in het conservenschap van een retailer de reguliere prijzen vergelijkt met die van het biologische huismerk, dan is dat niet duurder. We hebben vaak ook te maken met perceptie. Op het vlak van dierlijke biologische producten zijn er qua prijs wat meer uitdagingen, zoals er ook in de veeteelt meer uitdagingen zijn. Maar dat geldt ook voor de onzichtbare effecten van de gewasbeschermingsmiddelen in de reguliere landbouw."
Het is overigens niet zo dat de verviervoudiging die in de consumptie nodig is – de huidige biologische consumptie ligt rond de 4 procent – ook voor het areaal geldt, merkt Allard op. "Een deel van wat wij nu aan biologische AGF en vlees produceren, gaat de grens over omdat we dat in Nederland nog niet kunnen afzetten."
Allard Bakker
Marktontwikkeling
Maar voordat het areaal kan groeien, zal eerst de markt moeten groeien, geeft Jan aan. "Marktontwikkeling moet het eerste speerpunt zijn, zodat telers niet omschakelen voor markten die er niet zijn. Daarna is kennisverbreding richting alle consumenten en door alle ketens heen nodig. Als er daardoor eenmaal marktperspectief is, volgt de omschakeling vanzelf wel."
Dat de overheid daarin een rol te spelen heeft, is voor BioNederland wel duidelijk. De branchevereniging is dan ook blij met het Actieplan voor de groei van biologische productie en consumptie, dat de overheid in 2022 heeft gelanceerd en dat onder de huidige regering is gehandhaafd. "In Europa is de ambitie naar aanleiding van de protesten een tandje teruggeschroefd, maar in Nederland zit de actie er goed op. Ik ben positief over hoe er vanuit de overheid steun richting de biologische sector is," laat Allard weten.
Consumentencampagne
Jan geeft aan dat hieruit onder meer de consumentencampagne die LVVN in juni lanceerde, voortkwam. Op de website meldt LVVN dat ze "met de campagne consumenten informeert over hoe lekker biologisch eten is, wat de voordelen ervan zijn en wat het Europees biologisch keurmerk inhoudt. Om consumenten te inspireren is onder andere een commercial te zien op televisie en online en is de website allesoverbiologisch.nl in het leven geroepen."
Jan: "De campagne is bedoeld om biologisch meer tussen de oren van de consument te krijgen. Belangrijk, want als zowel politiek, markt, consumenten en telers biologisch als één van de oplossingen van de vele vraagstukken – bijvoorbeeld watervervuiling, bodemleven of stikstof – van de huidige tijd zouden zien, dan zou het veel meer omarmd worden."
Uitgekleed
"Voeding is uitgekleed tot een eindproduct wat je tot je neemt, het is er altijd en je hoeft er niks van te vinden. Dat is anno 2024 niet langer verantwoord. Met de voedselkeuze, bepaalt de consument ook het voedselsysteem."
Overigens vindt BioNederland niet dat de consument de enige is die keuzes moet maken, daarin is ook een rol voor de retail weggelegd. "Marktonwikkeling heeft alles met keuzes te maken. De vervangingsstrategie van Plus is daar een voorbeeld van, net als de uitwisseling van regulier tegen biologisch voor kleinere productvarianten bij Albert Heijn. En ook bij Jumbo en Lidl zijn er soortgelijke plannen. Op het moment dat de retail gas gaat geven op bio, heeft dat forse impact op de vraag."
Commitment
Het vergt wel een andere manier van werken, merkt Jan op. "Je zult in de voedselketen langdurig samen moeten werken. Door de omschakeltijd van 2 jaar, moet je in biologisch een langetermijnvisie hebben. Daarbij gaat het over beschikbaarheid, maar ook over commitment. Als je met elkaar in een verantwoorde keten teelt, hoort er ook bij dat de producten worden afgenomen en naar de markt worden gebracht. Een eerlijke verdeling in de keten is daarvan ook een onderdeel. Als de telers een eerlijke prijs krijgen, zullen ze ook bereid zijn om te telen voor die markt. Maar die manier van werken is minder vrijblijvend."
Daarbij ziet Jan aan de telerskant voldoende mogelijkheden tot opschaling. "Met een doelmatiger inzet en gebruik van het landbouwareaal, is het prima mogelijk om de volumes te brengen die in Nederland nodig zijn." Als voorbeeld noemt hij melk. "Als je alle dagverse melk in Nederland morgen biologisch zou willen maken, zijn er zo'n 2500 biologische melkveehouders nodig. Er zijn er nu ongeveer 600. Dat houdt in dat je circa 2000 melkvee bedrijven een perspectiefvolle toekomst zou kunnen bieden."
Keuze voor bio
Dat het kan, bewijst bijvoorbeeld HAK, die voor alle lokale groenten en peulvruchten inzet op biologisch, geeft Allard aan. "HAK heeft de keuze voor bio gemaakt omdat ze geconcludeerd hebben dat ze het met private duurzaamheidskeurmerken niet gaan redden om de benodigde duurzaamheidsslag te maken."
Een ander voorbeeld dat Jan noemt is het Belgische Ardo, gericht op diepgevroren AGF. "Daar heeft de biologische productie al sinds de jaren 90 een officiële plek in het bedrijf. Overigens ziet men in de reguliere productie sinds 2015 een achteruitgang van zo'n 10 procent. Bij bio is dat niet het geval. Ik zie ook dat het uitgebalanceerde bouwplan en de juiste opvolging van gewassen in de biologische teelt leidt tot een gezonde bodem, met robuuste opbrengsten."
Waar er dus in de productie en handel van biologische AGF-ontwikkelingen zijn, heeft BioNederland ook vertrouwen in de consument. "Aan het begin van de Oekraïne-crisis heeft de afzet van biologische producten een dip beleefd. Maar nu het consumentenvertrouwen terug is, zie je dat de retail ook weer bereid is om biologische producten op te nemen en, zeker ook gestimuleerd vanuit de overheid stappen nemen in biologisch," besluit Allard.
Dit artikel verscheen in AGF-vakblad Primeur, editie 11, jaargang 38. Het is geschreven door Marjet Lubbers-Bruijnse en Martine van der Wekken.
Voor meer informatie:
Jan Groen
Green Organics
De Kromme Rijn 1
8253 RG Dronten
0321 385340
[email protected]
www.greenorganics.nl
Allard Bakker
De Groene Weg
Den Siem 1
7141 JE Groenlo
0544 473260
[email protected]
www.degroeneweg.nl