Gezond en duurzaam eten is met name voor mensen in armoede een opgave. Onderzoek van het Louis Bolk Instituut toont de behoefte van voedselbank-afnemers aan gevarieerd aanbod van verse groenten. Hierbij zijn meerdere financiële constructies in kaart gebracht waarmee boeren deze producten aan voedselbanken kunnen leveren.
Door groeiende armoede is een groot aantal mensen in Nederland genoodzaakt aanspraak te maken op de voedselbank. Het is voor voedselbanken een steeds grotere uitdaging om aan voldoende dagverse producten te komen. Met name in grote steden is het aanbod van gezonde producten uit de Nederlandse landbouw onvoldoende. Voedselbanken die als missie hebben om gezond voedsel te verstrekken, zijn daarom genoodzaakt om verse groenten, fruit en eieren zelf in te kopen. Door heel Nederland ontstaan er steeds meer initiatieven waarbij een samenwerking tussen voedselbanken en regionale agrariërs wordt opgezet. Deze initiatieven willen gezond en duurzaam voedsel toegankelijk maken voor iedereen, dus ook mensen in armoede. Voedselbanken die daarbovenop ambiëren om dat gezond voedsel van regionale en in duurzaam geteelde bodems te verkrijgen, zoeken naar samenwerkingen met agrariërs in de buurt en daarmee naar rendabele financiële constructies.
Aanbod en activiteiten
Het Louis Bolk Instituut onderzocht samen met boerderij de Biesterhof en Voedselbank Nijmegen-Overbetuwe welke producten en diensten aansluiten op de behoeften van voedselbankklanten in Nijmegen en hoe een rendabele constructie kan worden opgezet voor de samenwerking tussen boerderijen en voedselbanken. In gesprekken met 36 klanten, 12 vrijwilligers en 3 andere betrokkenen kwam naar voren dat klanten behoefte hebben aan méér groenten, versere groenten en meer variatie in soort en grootte van de groenten. Hierbij geven ze aan geen waarde te hechten aan een biologische teeltmethode of een groente wel of niet biologisch geteeld is maakt voor hen niet uit. Het aanbieden van gezonde en verse kant-en-klaarmaaltijden werd als meest succesvol gezien. Daarnaast kwam naar voren dat klanten geen behoefte hebben aan activiteiten zoals kookworkshops of meehelpen op de moestuin, maar meehelpen op de moestuin wel een aanvullende activiteit voor vrijwilligers zou kunnen zijn.
Financieringsmogelijkheden
Uit de gesprekken met 11 initiatiefnemers bleek dat de financieringsmodellen voor een dergelijke samenwerking grofweg in te delen zijn in negen constructies, waaronder overheidssubsidies, donaties, solidaire betaalsystemen, het inzetten van vrijwilligers en zelfoogsttuinen. Bij alle 11 initiatieven worden minimaal twee financiële modellen gecombineerd. Daarbij gaf vrijwel elke initiatiefnemer aan dat de inzet van vrijwilligers van de voedselbank en/of van de agrariër noodzakelijk is om de samenwerking rendabel te maken. Een kansrijke constructie bleek de inzet van sociale zelfoogsttuinen, waarbij klanten van de voedselbank uitgenodigd worden om zelf hun voedsel te oogsten bij de agrariër. Hiermee kan worden bespaard op transportkosten en de kosten van het schonen van de groenten. Daarnaast kunnen sociale verbinding en bewustzijn over de productie en bereiding van de geoogste groenten als bijvangst ontstaan.
Vervolg
Er blijken dus verschillende financieringsopties voor boerderijen of tuinders mogelijk om een vers en gevarieerd aanbod voor mensen in armoede via voedselbanken te leveren. Boerderij de Biesterhof en de Voedselbank Nijmegen-Overbetuwe zetten op basis van dit onderzoek concrete vervolgstappen. In toekomstig onderzoek kan verder worden uitgediept wat de impact van dit soort initiatieven is op de voedselconsumptie, gezondheid en het welzijn van mensen in armoede. Dat biedt perspectief voor de verdere uitrol van samenwerkingen tussen voedselbanken en lokale boeren in Nederland; en daarmee de toegankelijkheid van gezond en duurzaam voedsel voor iedereen.
Meer over dit onderzoek is te lezen in deze folder en op de projectpagina.