"Wat zijn de praktische mogelijkheden van bij voorkeur op het eigen bedrijf geproduceerde
grondstoffen?", is de centrale (eerste) vraag die we dienen te beantwoorden in de huidige
discussie over de 'beste' bodemverbeteraars? In het artikel wordt daarom de nieuwe
methode van 'verplaatsbare, plantaardige bodemverbeteraars' (oppervlaktecompostering) in
vergelijking met de eeuwenoude methode van compostering in hopen uit de doeken gedaan.
Op het CAWR in Wales onderzocht men bijvoorbeeld gedurende meerdere jaren zowel in
separate 'bio-service gebieden' geplante bomen en stuiken als een- en meerjarige planten. Omdat houtachtige en koolstofrijke 'bruine' plantendelen het humusgehalte in de bodem verhogen, testten de onderzoekers diverse loofbomen en struiken. Omdat 'groene' plantendelen de opbrengst verhogen door hun hoge stikstofgehalte, eveneens diverse klavers, grassen en de meerjarige plant smeerwortel.
Van een andere (tweede) orde is de discussie over de (bescheiden) rol die buiten het eigen
landbouwbedrijf gemaakte koolstofproducten kunnen spelen in het managen van met name
koolstof en stikstof in de biologische teeltwijzen. Een enkel product kan echter onmogelijk alle
problemen oplossen. De verwarring neemt verder toe nu marketingcampagnes opzwepende taal gebruiken als 'game changer', 'klimaatneutraliteit', 'innovatief' en 'uniek'. Temeer daar alle
producenten van populaire merken als Biochar, Bokashi en Leonardite beweren dat alleen hĂșn producten dit kunnen bewerkstelligen.
Ten slotte kunnen we niet langer van een gesloten grondstoffenkringloop spreken als we van
buiten het eigen bedrijf geproduceerde bodemverbeteraars inbrengen. En dat is ook nergens
voor nodig, zo laat bijvoorbeeld het akkerbouwbedrijf Zonnegoed van 'vegan-teler' Joost van
Strien zien. In combinatie met strokenteelt, mechanisatie, slimme rotaties
en voedselbos, levert toediening van 'natuurmaaisel' hier een enorme positieve bijdrage aan het bodemonderhoud en de teelt van gezonde gewassen. Mooier kunnen we het toch niet krijgen?
Theo Grent - Auteur landbouw- en voedselsystemen - Berlijn, 15 oktober 2024