Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Uitroeiing van blauwtongvirus serotype 3 niet op korte termijn mogelijk"

Deskundigen verwachten op dit moment niet dat op korte of middellange termijn uitroeiing van het blauwtongvirus serotype 3 binnen Nederland mogelijk is. Dat schrijft minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur in een brief aan de Tweede Kamer. Ook in 2025 zal het virus nog impact hebben.

Dit jaar zijn er 6352 besmettingen met blauwtongvirus serotype 3 vastgesteld op locaties met herkauwers. Daarvan zijn er 4029 vastgesteld bij runderen, 2144 bij schapen en 151 bij geiten. Er zijn ook 23 alpaca's besmet en incidenteel enkele dieren van andere soorten. Ook in Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk, Denemarken, Portugal, Zwitserland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk, zijn besmettingen gemeld.

Het aantal dode dieren is in de zomerperiode sterk opgelopen. Dat betrof eerst vooral schapen, maar later ook runderen. Het totaal aantal per week lag in augustus voor schapen 4 à 5 keer zo hoog en voor runderen 2 keer zo hoog, als wat Rendac gemiddeld ophaalde in deze periode in voorgaande jaren. De cijfers van de afgelopen weken tonen wel een daling van het aantal opgehaalde dode dieren. Bij schapen loopt dit het sterkst terug, de daling is nu vier weken te zien, en ook bij runderen lijkt nu een week een dalende trend te zijn ingezet.

Het afgelopen voorjaar hebben veel houders hun schapen tegen blauwtong laten vaccineren. Ook runderen zijn, zij het in mindere mate, gevaccineerd. Exacte cijfers hierover ontbreken. Bij het Bureau Diergeneesmiddelen waren tot 23 september 171 meldingen binnengekomen van vermoedelijk verminderde werking van de toegestane vaccins. Daarvan hadden er 100 betrekking op schapen en 71 op vaccinaties bij runderen.

De Deskundigengroep Dierziekten verwacht een betere werkzaamheid door een tweede vaccinatie. Het kan een tweeledig effect kan hebben: het directe effect via de bescherming tegen ziekte, en een indirect effect door minder verspreiding van het virus. Bij dat laatste zouden runderen mogelijk een rol spelen, omdat zij worden gezien als grotere virusverspreiders dan schapen.

Klik hier voor de Kamerbrief.

Publicatiedatum: