De dieren van twee Nederlandse pluimveebedrijven in de omgeving van het legpluimveebedrijf in het Duitse Bad Bentheim waar het vogelgriepvirus H7N5-variant van vogelgriep is gevonden, blijken niet besmet. Dat blijkt na tests van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij deze bedrijven. De Nederlandse bedrijven liggen binnen de 3-kilometerzone die rond het Duitse bedrijf werd ingesteld. Hiertoe behoort ook biologisch leghennenbedrijf Nijhuis in Beuningen.
In een beperkingszone van 10 kilometer rond de Duitse uitbraak gelden de reguliere maatregelen, waaronder vervoersbeperkingen voor pluimvee en pluimveeproducten. Commercieel gehouden pluimvee in de 10 kilometerzone moet worden opgehokt. Het gebied blijft minimaal 30 dagen in stand.
De Duitse autoriteiten zullen traceringsonderzoek doen. De bron van de infectie en de route van besmetting zijn nu onbekend, maar wilde vogels lijken het meest waarschijnlijk als infectiebron. Het is bekend dat er vele serotypen, meestal van een laagpathogene variant, circuleren in wilde vogels. Mogelijk heeft een laagpathogene variant van het H7 type geleid tot infectie van pluimvee op het bedrijf, waar het vervolgens is gemuteerd naar een hoogpathogene variant.
Er zijn in Nederland recent geen dode wilde vogels met het vogelgriepvirus gevonden, en uit de monitoring op levende wilde vogels in juni zijn geen aanwijzingen van viruscirculatie van een H7 serotype. Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur heeft wel besloten om de deskundigengroep dierziekten te vragen een risicobeoordeling te doen van de situatie in Nederland.
Bron: LVVN