De verwachting is dat wet- en regelgeving gericht op meer natuur en milieu, leidt tot extensivering en een stijging van kosten. Anderzijds is de markt gunstig voor steeds meer verschillende melkstromen – gericht op meer natuur, milieu en dierenwelzijn – die ook een meerprijs opleveren. Welke keuze maak je als boer? Ga je voor de laagste kostprijs en de wereldmarkt met schaalvergroting als strategie of kies je voor een melkconcept met ketensamenwerking en een meerprijs voor afzet in Nederland en/of Noord West Europa?, zo schrijft Natuurinclusieve Landbouw Gelderland.
In een eerdere kennissessie 'Ondernemen met natuurinclusieve Zuivel' is aandacht besteedt aan de verschillende zuivelconcepten, wat stellen ze voor en wat zijn ervaringen van zuivelverwerkers en melkveehouders die in een zuivelconcept werken?
Het Biologisch concept
"Biologisch is één van de zuivelconcepten die past bij de groeiende vraag naar natuurinclusieve zuivel. Deze melkstroom bestaat al decennia met een bekende meerprijs voor de inspanningen van melkveehouders voor een mooier landschap, meer natuur, biodiversiteit, beter milieu, extensievere bedrijfsvoering en grondgebondenheid. Op dit moment is er vraag naar meer biologische melkveehouders."
Expeditie 15 mei
Om deze vraag uit de markt te ondersteunen is op woensdag 15 mei een expeditie gehouden op een pas omgeschakeld melkveebedrijf van Niek Heijink. Naast informatie van FrieslandCampina, DLV Advies en Bionext, nam melkveehouder Niek iedereen mee in zijn overwegingen om om te schakelen naar biologisch. Daar hoorde natuurlijk ook een rondleiding bij. Hieronder een inhoudelijke samenvatting van de dag.
Scenario's – wanneer past het wel en wanneer niet?
Veel boeren weten momenteel niet waar ze aan toe zijn en wachten af totdat er meer bekend is omtrent wet- en regelgeving. "Toch is er een categorie boeren die er zeker juist nu over na moeten denken. Dit geldt voor extensieve bedrijven met zo'n 14.000 kg melk/ha of minder. En extra aantrekkelijk is het wanneer melkveebedrijven kunnen samenwerking met een biologische akkerbouwer.
Voor intensieve bedrijven, boven de 14.000 kg melk per ha is een biologische bedrijfsvoering minder interessant tenzij er geëxtensiveerd kan worden door middel van meer ha's grond (vaak zijn dit natuurgronden voor het uitscharen van jongvee en droge koeien) onder bedrijf of terug in aantal stuks vee. Veel hangt af wat de ondernemer wil met zijn bedrijf en welke mogelijkheden er liggen rondom het bedrijf. Op het moment dat een bedrijf intensief blijft zal er veel biologische ruw- en duurder krachtvoer aangekocht worden en mest afgezet moeten worden.
Echter, op het moment dat er biologisch geboerd gaat worden gaan er vaak onverwachte deuren open. Dit werd ook bevestigd door Niek Heijink tijdens zijn presentatie over het pad dat hij bewandeld heeft. Denk bijvoorbeeld aan dat bedrijven die omgeschakeld zijn vaak eerder in aanmerking komen (bv door extra punten in een biodiversiteitsmonitor) voor verpachting van gronden bij provincies en bij grond beherende instanties zoals NM, SBB en provinciale landschappen."
Uitdagingen
Niet te onderschatten en voor iedereen weer anders, is dat men er als ondernemer aan toe moet zijn of erin moet groeien. "Een andere bedrijfsvoering betekent een andere manier van denken en werken, waarbij je niet op een traditionele manier kunt ingrijpen bij een probleem. Dit heeft vaak wat tijd nodig. Voorbeelden van maatregelen die vaak worden ervaren als grotere uitdagingen, zijn:
- hoe je zonder gebruik te maken van kunstmest toch een goede graslandopbrengst haalt. Voor klei- en zandgronden zijn klavers en kruiden een must. Ook op tijd beginnen met doorzaaien of herinzaaien van kruiden helpt om de omschakelperiode goed door te komen. We zien met name in de droge zomers dat kruidenrijk grasland langer groen blijft dan alleen grasland door de diepe beworteling. Ook worden grasklaver percelen en kruidenrijk grasland in het nieuwe GLB-beleid als eco-maatregel financieel gewaardeerd.
- Snijmaisteelt zonder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Je zal hier moeten nadenken over een bouwplan en vruchtwisseling en/of er uperhaupt nog wel mais geteeld moet gaan worden.
Wat wel opvallend is dat de laatste jaren de melkproductie per koe aardig in de benen gehouden kan worden door kwalitatief goed ruwvoer en met voldoende krachtvoerverstrekking. In het verleden zag je nog weleens een behoorlijke melkproductiedaling na omschakeling. Vandaag de dag kunnen biologische koeien ook makkelijk 8000 kg melk/koe produceren. Maar ook hier geldt, dit is voor iedereen weer anders. Op veengrond, met een afwijkende botanische samenstelling van het gras, boer je al goed met 7500 kg melk/koe.
Kortom er liggen zeker kansen voor ondernemers om om te schakelen. Zeker omdat de verwachting is dat de markt er om blijft vragen in de toekomst."