Woensdag 20 maart zijn vanuit het gezamenlijke initiatief van de Nederlandse zuivelsector* concrete voorstellen aangedragen om de mestcrisis aan te pakken (zie hieronder). Deze is ontstaan door de afbouw van de derogatie, de invoering van bufferstroken en de aanwijzing van NV (Nutriënten Verontreinigde)-gebieden. Enkele weken geleden hebben deze partijen een crisisoverleg met minister Adema van LNV gevoerd. In vervolg op dat gesprek zijn nu deze voorstellen opgesteld.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van De Natuurweide, de vereniging van Nederlandse melkveehouders, benadrukte voorzitter Sybrand Bouma de noodzaak van de voorgestelde maatregelen. Hierbij stipte hij een aantal aspecten aan die vanuit het oogpunt van de biologische melkveehouderij extra aandacht vragen.
Sybrand: "De biologische melkveehouderij heeft een bijzondere positie en waarde door de extensieve bedrijfsvoering, met onder andere lagere emissies per hectare en minder nitraatuitspoeling. Dit wordt echter nog onvoldoende erkend en vertaald naar regelgeving, ook rond mest. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de biologische melkveehouderij niet binnen de definitie van grondgebondenheid valt, terwijl er sprake is van sectorale grondgebondenheid en daarbij zelfs een mesttekort. Hiermee wordt een groot deel van de biologische melkveehouders onnodig in een verkeerd daglicht gezet. Generieke maatregelen, zoals het invoeren van bufferstroken, het aanwijzen van NV-gebieden en het daardoor onterecht af moeten voeren van mest, doen geen recht aan de waarde van de biologische melkveehouderij. Verder treft de acute mestcrisis vooral extensieve gangbare bedrijven. In deze groep zitten veel potentiële biologische boeren. Juist met de diversiteit die de sector biedt, kunnen we de mestproblemen aanpakken. Maar dat vraagt om een andere aanpak dan nu is uitgerold."
Minister Adema is in gesprek met de Europese Commissie om maatregelen te bespreken die de mestcrisis kunnen oplossen.
Lees hier het volledige bericht vanuit de Nederlandse zuivelsector:
Beslissende periode voor Nederlandse melkveehouders en zuivelindustrie
De Nederlandse zuivelsector staat voor een beslissende periode. In de komende weken moet duidelijk worden of de huidige mestcrisis kan worden gekeerd. De afbouw van derogatie, de invoering van bufferstroken en de aanwijzing van NV-gebieden zorgen voor een groot verlies aan plaatsingsruimte van dierlijke mest. De balans is uit de mestmarkt gehaald met als gevolg dat de hele Nederlandse melkveehouderij in een acute crisis is beland door het niet kunnen plaatsen van mest. Daarmee stevenen we op een koude sanering af. Het voortbestaan van een vitale zuivelketen in Nederland is in gevaar: Doorontwikkeling van de sector, bijdragen aan de maatschappelijke doelstellingen en voedselvoorziening wordt onmogelijk voor boeren en zuivelondernemingen.
Gezien de uitzonderlijke omstandigheden en acute crisissituatie trekt de zuivelsector (vertegenwoordigd door de belangenorganisaties van melkveehouders, de Nederlandse Zuivel Organisatie en ZuivelNL*) gezamenlijk op. De sector heeft de afgelopen weken concrete ideeën aangedragen bij het ministerie die op korte en lange termijn oplossingen bieden. De minister van LNV heeft de analyse van de gevolgen van afbouw derogatie erkend en is op de hoogte van de urgentie van het probleem. Deze periode is de minister met Brussel in gesprek of zij bereid zijn mee te werken aan een pakket maatregelen om de crisis op te lossen.
Ambitieuze toekomstvisie
De Nederlandse melkveehouderij is zich zeer bewust van haar verantwoordelijkheid. Daarom is recent een ambitieuze Toekomstvisie Melkveehouderij opgesteld waarmee invulling wordt gegeven aan:
- De opdracht om als ondernemers bij te dragen aan voedselzekerheid.
- De maatschappelijke opgaven rond natuur, klimaat en hoe te produceren met respect voor de milieugebruiksruimte.
De melkveehouderij is een zeer diverse sector en kent verschillende bedrijfsconcepten en systemen. Van biologische bedrijven tot hoog technologisch en van zeer extensief tot gespecialiseerd intensief. Dit is een kracht die benut moet worden om als sector van maximale waarde te zijn voor Nederland. Daarnaast is ons land één van de vruchtbare delta's in Europa en kreeg Nederland derogatie om een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan voedselzekerheid.
Kunstmest verminderen en dierlijke mest optimaal benutten
De afbouw van derogatie geeft de perverse prikkel om meer kunstmest te moeten gebruiken. En dat terwijl kunstmestproductie veel fossiele energie kost en belastend is voor het milieu. In tegenstelling tot kunstmest bevat dierlijke mest een breed scala aan nutriënten en organische stof en past het bij een natuurlijke en bedrijfseigen kringloop. Bovendien wijst onderzoek uit dat op grasland de uitspoeling van mineralen uit dierlijke mest beperkter is dan bij gebruik van kunstmest. Dierlijke mest is daardoor gunstiger voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Kunstmest verminderen en dierlijke mest optimaal benutten voor evenwichtsbemesting is dus een win-win situatie. Het huidige beleid gaat hier echter volledig aan voorbij en draagt daarmee ook niet bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit.
Concrete ideeën voor korte- en langetermijnoplossingen
Voor oplossingen die op korte en lange termijn bijdragen aan de balans op de mestmarkt hebben de organisaties concrete ideeën aangedragen bij het ministerie.
- Per direct permanente grasland derogatie op basis van dierlijke mest. Derogatie heeft grote invloed op de mestbalans en is in staat de mestmarkt te herstellen. Dit kan door de oude derogatie te herstellen, te pauzeren of een nieuwe derogatie in te richten. Er zijn specifieke invullingen aangedragen door grondgebonden bedrijven en de biologische melkveehouderij.
- Herziening van bufferstroken voor graslandpercelen langs alle waterlichamen, deze worden maximaal 0,5 meter.
- RENURE erkennen als kunstmestvervanger. Hierdoor kan dierlijke mest nog beter worden gewaardeerd, breder worden toegepast en hoeft er minder kunstmest te worden aangekocht.
- Blijvend inzetten op vrijwillige stoppersregelingen om de mestproductie op korte termijn te laten dalen. Dit biedt ruimte voor de blijvers en daarom is het van belang dat er een bredere/nieuwe stoppersregeling komt die voor meer bedrijven aantrekkelijk is. Voor een verdere daling van de mestproductie kan ook overwogen worden het percentage afroming fosfaatrechten bij overdracht buiten familieverband te verhogen.
De snelheid waarmee de sector plaatsingsruimte verliest, maakt het simpelweg onmogelijk om (binnen de termijn) te voldoen aan de door Brussel opgelegde regels. Europa kan Nederland houden aan het halen van gestelde opgaven en in het uiterste geval een ingebrekestellingsprocedure opstarten. Maar aan het onmogelijke kan niemand worden gehouden.
Een oplossing is nú nodig om de problemen waarin de melkveehouders zijn gebracht weg te nemen.
* Organisaties: Dutch Dairymen Board | LTO-vakgroep Melkveehouderij | Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt | Nederlandse Melkveehouders Vakbond |De Natuurweide | Netwerk GRONDig | Nederlandse Zuivel Organisatie | ZuivelNL
Voor meer informatie:
De Natuurweide
+ 31 (0)6 51003771
[email protected]
www.denatuurweide.nl