Tholen - De beschikbaarheid van Peruaanse gember, die in vergelijking met het Chinese product kleiner is en ook een scherpere smaak heeft, is minstens tot de nieuwe oogst, die rond half juni zal plaatsvinden, beperkt. "Ook nu kan er nog wat gember uit de grond worden gehaald, maar met de ongewoon natte omstandigheden door het klimaatfenomeen El Niño is het gewoon lastig om het gewas, dat op steile berghellingen groeit, te oogsten", stelt Oscar van Reisen, inkoopmanager bij Fairtrasa.
Het bedrijf met hoofdzetel in Zwitserland, een verkoopkantoor in Nederland en kantoren in de herkomstlanden Mexico, de Dominicaanse Republiek, Peru en Spanje, gespecialiseerd in biologische en Fairtrade groenten en fruit, beschikt over eigen gemberplantages in de omgeving van Pichanaki en Satipo, twee districten ongeveer 400 km oostwaarts van Lima, in het midden van Peru. "Daar, in het oerwoud, zijn de gebieden nog redelijk ongerept voor de teelt. We werken er ook samen met enkele telers."
Van opa naar kleinzoon
Momenteel is er een tekort aan Peruaanse gember en de komende maanden wordt de schaarste alleen maar groter. "Er zijn geen voorraden meer van de abuelo-gember," zegt Oscar. "Abuelo betekent 'opa' in het Spaans, daarmee duiden de Peruanen de gember aan van de op twee na laatste oogst die inmiddels meer dan één jaar oud is. Ook de padre-gember, het product tussen 8 en 12 maand oud, is nihil. En de hijo-gember, de jongste telg tot 7 a 8 maand oud, die nog deels in de grond zit, is bovendien moeilijk te oogsten in het regenseizoen (voor wat er nog beschikbaar is). Met El Niño is de regen dit jaar overigens eerder gekomen. November is traditioneel een relatief droge maand in dat gebied, maar toen ik er vorig jaar rond die tijd op bezoek was, regende het al. Gelukkig lijdt gember, omdat het in de grond zit, niet zo hard onder de verhoogde temperaturen als bijvoorbeeld mango. Die oogst was dit seizoen echt een drama in Peru."
In het oerwoud zijn de gebieden nog redelijk ongerept voor de teelt
Oscar legt uit dat de teeltcyclus acht maanden duurt, maar dat de gember ook daarna in de grond kan blijven zitten. "Dan zitten de wortels als het ware in de opslag, al groeien ze nog heel lichtjes. De meeste Peruaanse telers verkiezen de gember zo te bewaren tot het moment van de oogst, want van zodra de hand wordt geoogst, begint het proces van vochtverlies. Het nadeel van het bewaren in de grond is de iets grotere kans op schimmelvorming. In China is het anders. Daar wordt eenmaal per jaar geoogst en wordt de gember opgeslagen."
Importlijn uit China
De lage beschikbaarheid van Peruaanse gember dit jaar kan deels worden opgevangen door product uit andere landen, met name China, al legt Oscar uit dat er enkele verschillen zijn tussen de twee herkomsten. "De Chinese gember is groter en minder scherp van smaak. Al importeren wij enkel uit Peru, ook omdat veel van onze klanten de sterkere smaak op prijs stellen, zijn er plannen om een importlijn uit China op te zetten. Sommige klanten tonen immers ook interesse in de grotere handen. In die zin doen we in Peru momenteel zelfs een proef met de Chinese variant. Er zijn nog geen resultaten, over enkele maanden weten we meer."
En in tijden van schaarste, zo legt Oscar uit, biedt diversificatie van de herkomstgebieden natuurlijk ook meer opties om de klanten jaarrond te blijven voorzien. Daarom sluit hij naast China ook andere origines niet uit van waaruit in de toekomst gember kan worden betrokken. "Thailand en Vietnam zijn een mogelijkheid. Alleen, we doen enkel bio-gember en die teeltmethode is daar over het algemeen minder ontwikkeld. Hoe dan ook, bio-telers uit andere landen dan Peru mogen altijd contact met ons opnemen."
Minder afval, maar lastigere verwerking
Fairtrasa levert de gember zowel aan de retail als aan de verwerkende industrie. "Die laatste hinkt een beetje op twee poten wat betreft het kleinere en scherpere Peruaanse product. Enerzijds is er minder van nodig om de beoogde smaak te bereiken, anderzijds is de schil er minder vlot af te halen."
Hoewel de verkoop van gember ook al vóór de coronatijd aan een opmars bezig was, kreeg die tijdens de pandemie een stevige duw in de rug door de gezonde eigenschappen van de wortel. "Het leidde er ook toe dat meer mensen zich met gember gingen bemoeien in Peru. Er staken allerlei bedrijfjes de kop op, al is dat nu, ook omdat er enkele problemen zijn geweest met schimmels en bacteriën, weer genormaliseerd", legt Oscar uit.
Herbebossingsproject
Nursery project
Om de biodiversiteit op en rond de percelen te verhogen, en zo de rijkdom van de bodem in ere te herstellen en de ziektedruk te verminderen, is Fairtrasa in Satipo een kwekerijproject gestart. "Tussen de teeltcycli door zullen allerlei gewassen op de gembervelden worden aangeplant om de vruchtbaarheid van de bodem te herstellen en ook ontbossing tegen te gaan. Daartoe is de Doña Dorotea Associatie opgericht, die samen met de Nationale Universiteit van het Centrum van Peru (UNCP) een gezonde mix tussen teelt en zorg voor het ecosysteem beoogt. Het project wordt ook breed getrokken met advies aan telers in de regio," getuigt Oscar ten slotte van de missie van Fairtrasa, die het op de eigen website als volgt omschrijft: "We zijn hier om bodems te redden, de levensstandaard van mensen te verbeteren en de wereld gezond voedsel aan te reiken."
Dit artikel verscheen eerder in editie 2, 38e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Oscar Reisen
Fairtrasa
Hovenierstraat 120
2671 DB Naaldwijk
0174 291600
[email protected]
www.fairtrasa.com