Jarenlang waren John en Johanna Huiberts gangbare bollentelers. Na een tijdje begonnen ze te twijfelen. ‘Kan dit nog zo verder?' In 2014 zijn ze gestart met het telen van bloembollen op biologische wijze. Nu zien ze veel resultaten. “Het is erg lastig voor bollentelers om naar biologisch om te schakelen. Ook door de vele adviseurs in de sector die vertellen hoe het moet”, licht John toe. “Met het financiële belang dat de adviseurs hebben, zullen ze meestal adviseren bestrijdingsmiddelen, kunstmest en andere middelen aan te schaffen.”
Op maandag 9 oktober opent Bloembollenbedrijf Huiberts in Sint Maartensbrug de deuren tijdens de Landelijke Demodag Duurzame Landbouw. "Luister eerst naar een presentatie over Huiberts Biologische Bloembollen. Ga daarna mee met de rondleiding met uitleg langs o.a. de webshop, galmijtbestrijding d.m.v. ULO, machines die gebruikt worden t.b.v. onkruidbestrijding en niet kerende grondbewerking. Bokashi maken en strooien en ontwikkeling naar gezonde bodem komen ook aan bod. Kom langs en laat je inspireren", zo luidt de uitnodiging.
De demodag is op 9 oktober. De inloop is vanaf 9.45 en de start om 10.00 uur. Aanmelden kan via deze link.
Beginnen met een cursus bodembiologie
Huiberts Biologische bloembollen was altijd een gangbaar bedrijf, maar innovatief en vooruitstrevend. De omslag startte voor John met een cursus bodembiologie. “Ik besefte daardoor dat er een betere weg is naar gezonde kwaliteitsproducten. In eerste instantie wilden we vooral verduurzamen, uiteindelijk zijn we overgestapt naar volledig biologische bloembollenteelt”. Als de grootste biologische bloembollenteler van Nederland en 1 van de 6 telers heeft John alles zelf moeten uitvinden en ontwikkelen; het telen én de afzet van biologische bollen. Dit ging niet zonder slag of stoot. “Biologische bloembollen zijn lastig aan de man te brengen. De biologische veehouderij en biologisch voedsel staat een stuk dichter bij consument”, is Johns ervaring. Gelukkig bestieren ze het bedrijf met z’n tweeën. Johanna houdt zich bezig met de website, communicatie en de webshop en John is veelal op het land te vinden.
Samenwerkingen opzoeken
John heeft allerlei samenwerkingen geprobeerd; rouleren met zaadproducenten, melkveehouders, en groentetelers. Op dit moment werkt John samen met een melkveehouder, waarvoor zij bonen als rustgewas telen. Deze teelt dient als veevoer voor de melkveehouder en John krijgt in ruil voor deze teelt de ruwe stalmest terug voor zijn compost. John heeft veel land in rust liggen. John: “Er is echt 5 jaar nodig om het land weer op te laden na gangbare bollenteelt.” Na drie jaar rust is de grond volgens SKAL al omgeschakeld naar biologisch, maar het hele omschakelen duurt wel langer meent John. “Het duurt wel zeker 7 jaar voordat je helemaal om bent en je bedrijf residu vrij is.”
Meer arbeid, toch geen probleem
Biologisch telen van bloembollen is meer werk dan zijn gangbare bedrijfsvoering acht jaar geleden. Drie personen beheren de webshop om alle bloembollen af te zetten. “Eerst gingen er drie kub kisten naar de groothandel, nu zijn dat eerder potten.” De afzet kost nu veel tijd, maar ook het landwerk is arbeidsintensief. “Met mechanische onkruidbestrijding kun je een hectare per uur onkruidvrij maken, terwijl je met een reguliere spuit 15 hectare per uur kan doen. En mechanische bestrijding moet ook nog vaker”, vergelijkt John. Het bedrijf werkt met seizoenwerkers op de piekmomenten. Gebrek aan personeel is geen probleem, juist de wijze waarop het bedrijf werkt trekt personeel aan. “Een mooi voordeel”, merkt John op.
Meer kosten, meer opbrengsten
Door de biologische werkwijze zijn er meer percelen in ‘rust’, wat voor minder opbrengsten zorgt. Toch scheelt deze manier van werken ook geld. Zo gebruiken gangbare telers s’ winters stro op het land, wat tot veel onkruid leidt en uit Frankrijk moet worden aangekocht. John heeft een groenbemester op het land, waardoor stro niet nodig is. Dat scheelt werk en geld.
Demobedrijf om aandeel biologisch te vergroten
“Ik wil ontzettend graag dat er meer biologische bloembollen telers komen. Ik denk dat dit telers toekomstperspectief biedt en dat de afzetmarkt groeiende is’, licht John zijn rol als demobedrijf toe. “Gemeentes zijn bijvoorbeeld belangrijke afnemers van biologische bloembollen. Zij doen grotere orders dan consument. Ook onder consumenten blijft de afzet groeien, alleen gaat dit met veel kleinere stappen, omdat consumenten minder bloembollen tegelijk aanschaffen.”
Bron: Ministerie van LNV