Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Gering deel van ammoniakemissie melkveebedrijf slaat neer rondom stal

90% van de stikstof die als ammoniak de lucht in gaat, komt niet terecht in de directe omgeving van de stallen, maar draagt bij aan de zogeheten ‘stikstofdeken’ op grotere hoogte. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het Mesdagfonds, dat de afgelopen drie jaar is uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam.

Uit het onderzoek, uitgevoerd op twee melkveebedrijven, blijkt dat slechts 10 procent van de ammoniakemissie neerslaat binnen een straal van 500 meter rondom de puntbron (de stal). De overige 90 procent komt, zoals gezegd terecht in de stikstofdeken, samen met de emissie van voornamelijk stikstofoxiden, afkomstig van industrie en verkeer. Van de 10 procent emissie slaat het overgrote deel neer binnen 200 meter van de puntbron. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de depositie scherp afneemt vanaf de bron.

Aan de hand van isotopen van stikstof hebben de onderzoekers ook aangetoond dat de concentratie ammoniak die te herleiden is naar de stal (vnl. 14N) afneemt naarmate de afstand tot de stal toeneemt. Dichtbij de stal is 75 procent van de gedeponeerde stikstof herleidbaar tot de stal, op 500 meter is dat nog maar 25 procent.

In het onderzoek is ook gekeken naar een toepassing van het OPS-model waarbij onze gemeten NH3 lucht concentraties en depositie werden gesimuleerd. De uitkomsten van dit model sluiten goed aan als het gaat om de meetwaardes. De combinatie modeluitkomsten en meetwaardes laten zien dat de veehouderij een behoorlijke stikstof uitstoot in de vorm van ammoniak heeft, maar dat deze vooral terecht komt in de ‘anonieme’, niet herleidbare stikstofdeken in de atmosfeer en slechts beperkt neerslaat dichtbij de puntbron. De beleidsmatige consequentie is dat de kritische depositiewaarde (KDW), die geldt voor de depositie van reactieve stikstof op Natura2000-gebieden niet geschikt is om de uitstoot van ammoniak en andere stikstofverbindingen op bedrijfsniveau te sturen, vanwege de te grote afstand (> 300 m) tot de puntbron.

Het huidige beleid gericht op piekbelasters dichtbij natuur zal dus niet effectief zijn omdat het niet tot meetbare verschillen in stikstofbelasting in de beoogde natuurgebieden leidt (behalve voor stallen op minder dan 300 meter van een natuurgebied). In plaats van te sturen op depositie is het veel effectiever om te sturen op emissie door beheers- en technische maatregelen. Daar hebben niet alleen de Natura2000-gebieden baat bij, maar alle natuur.

Er zijn diverse mogelijkheden om de ammoniakemissie uit de veehouderij te reduceren, anders dan reductie van de veestapel. Naast technische maatregelen, zoals mestverwerking met terugwinning van reactieve stikstof en fosfaat als vervanger van kunstmest (renure), kan de veehouder ook sturen op samenstelling van voer (minder eiwitrijk, supplementen) en graslandbeheer (beweiding, mestgift).

Sturing op in- en uitgaande mineralenstromen heeft in de periode 1996 tot 2006 al geleid tot het verminderen van de stikstofemissie met 60 tot 70 procent. Met de afrekenbare stoffenbalans kan het verlies aan stikstof en andere nutriënten in kaart worden gebracht, zowel voor de boer zelf als voor toezichthoudende instanties.

Voor meer informatie:
Stichting Mesdag-Zuivelfonds NLTO
[email protected]
www.mesdag-fonds.nl

Publicatiedatum: