Op woensdag 28 juni heeft de Franse Raad van State de bepaling ingetrokken die het verbiedt om biologische zomergroenten die tussen 21 december en 30 april in verwarmde kassen worden geteeld, op de markt brengen. De Raad van State meent dat deze bepaling voor oneerlijke concurrentie zorgt tussen de Franse producenten en geïmporteerde producten. De administratieve rechter beval het Franse instituut dat de keurmerken voor AGF-producten uitgeeft, het INAO, om "deze uitspraken in te trekken binnen vijftien dagen na kennisgeving van deze beslissing".
Seizoensgebonden
In juli 2019 heeft het CNAB (Comité National de l'Agriculture Biologique) van het INAO bepalingen aangenomen die gericht zijn op het reguleren van de verwarming van kassen voor de biologische teelt van zomergroenten (tomaten, aubergines, komkommers, courgettes, paprika's) en verbiedt de verkoop ervan tussen 21 december en 30 april om "natuurlijke cycli en seizoensgebondenheid" te respecteren.
Telercoöperaties vroegen de INAO om op haar beslissing terug te komen en toen dit niet lukte, besloten ze de zaak voor te leggen aan de Raad van State.
Vergissing
De beslissing van de INAO was voor een aantal biologische producenten aanleiding om te reageren. "Deze beslissing was een vergissing! Er zijn telers met kassen die hun kassen niet verwarmen, of enkel in noodgevallen (bij temperaturen onder de nul graden). Degenen de hun kassen in noodgevallen verwarmen doen dit om de planten te kunnen redden en niet om tomaten te kweken en te eten in februari! Biologische telers gaan echt niet midden in december tomaten telen". Het besluit van het INAO is genomen vanwege bepaalde misstanden. "Sommige opportunisten kwamen naar de markt om midden in de winter tomaten te verkopen!".
De Raad van State wees erop dat volgens de Europese verordening 2018/848 "de nationale autoriteiten niet bevoegd zijn om nationale bepalingen vast te stellen die deze verordening herhalen, verduidelijken of aanvullen".
In een persbericht dat afgelopen woensdag is gepubliceerd, verklaarde de Franse minister van Landbouw en Voedselsoevereiniteit "kennis te hebben genomen van het besluit van de Raad van State [...]". De minister zal biologische telers blijven steunen bij hun inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en meer koolstof op te slaan in de bodem.
De minister van Landbouw zal bovendien binnen de Europese instellingen blijven ijveren voor een biologische manier van telen die het milieu en de natuurlijke cycli respecteert, in overeenstemming met de verwachtingen van consumenten en in een context van harmonisering van de regelgeving op Europees niveau".