Tholen - Draai de stikstofkraan dicht. Oftewel, stop met het gebruik van kunstmest en het importeren van krachtvoer. Dat is volgens Thomas Oudman de simpelste manier om uit de stikstofcrisis te komen. Zijn boek 'Uit de shit' is naar eigen zeggen geen pleidooi voor de biologische landbouw, hoewel hij aan biologische en biodynamische boeren refereert als boeren die laten zien dat het kan. Van het boek zijn binnen twee weken 10.000 exemplaren verkocht, het stond op plek 7 in de bestsellerlijst.
"In mijn boek probeer ik te beargumenteren dat als je stopt met deze twee vormen van stikstof, dat dan een andere bron van stikstof, namelijk het bodemleven, weer belangrijk wordt. Dan is het niet meer functioneel om weilanden opnieuw in te zaaien, maar wordt het belangrijk om het natuurlijke ecosysteem te faciliteren. Zo komt het belang van de boer weer in lijn met het maatschappelijke belang", vertelt Thomas.
Thomas Oudman schreef het boek Uit de shit. (Foto: Frank Ruiter)
De landbouw als kringloop
Het boek Uit de shit kwam tot stand nadat hij zich drie jaar geleden voor De Correspondent ging verdiepen in de stikstofkwestie. "Ik werkte als bioloog en ik werd maatschappelijk betrokken toen ik zag hoe slecht de wetenschappelijke kennis doordringt tot het grote publiek. Toen ik begon te schrijven over stikstof werd het probleem alleen maar urgenter. Het boek is vooral geschreven voor mensen die aanvoelen dat dit onderwerp belangrijk is, maar die niet helemaal snappen hoe het precies zit."
Daarom beschrijft de auteur uitvoerig hoe het gebruik van kunstmest en krachtvoer voor enorme hoeveelheden stikstof gingen zorgen. Stikstof die de landbouwkringloop in werd gebracht, maar er ook weer uit moest. Hij schrijft hoe stikstofneerslag effect heeft gehad op de natuur. "Tot de jaren 90 is de biodiversiteit keihard achteruit gegaan. Naar schatting is 80% verloren gegaan. Hoewel die achteruitgang gemiddeld is gestopt, gaat nog steeds erg veel natuur achteruit, met name de landbouwnatuur. Het is noodzakelijk om het tij te keren en de weg naar herstel in te zetten."
In het boek komt zijn achtergrond als bioloog duidelijk naar voren. "Ik heb het ecologische perspectief genomen en schrijf vanuit het besef dat de landbouw per definitie een kringloop is. De vraag is: hoe richt je die kringloop beter in en hoe zorg je ervoor dat dat niet voor problemen zorgt? Dan kom je bij de gedachte die ten grondslag ligt aan de biologische landbouw."
Thomas benadrukt dat er naast het stikstofvraagstuk nog meer problemen zijn. Dat maakt het zo belangrijk om de weg naar herstel in te slaan. "Onze waterkwaliteit is de slechtste in Europa. Dat is een bizarre situatie voor een rijk land. De landbouwgrond gaat achteruit. Naar schattingen heeft de helft van de landbouwgrond te maken met verdichting en de opbrengstdaling daardoor wordt geschat op 10 procent. Dat is gewoon niet efficiënt. Er zijn ook klimaatproblemen. Onze manier van intensieve landbouw is heel inflexibel. Het kan niet goed omgaan met bijvoorbeeld droogte."
De weg naar herstel
Volgens de auteur is de schade niet onherstelbaar. "We kunnen veen- en duingebieden verbeteren door minder stikstof uit te stoten, met het voordeel dat landbouwnatuur weer een bron van biodiversiteit wordt. Weilanden hoeven niet onder te doen voor Natura 2000-gebieden als het gaat om biodiversiteit. In de jaren 60 hadden we bijvoorbeeld ontzettend veel weidevogels. Dat is geen doel op zich, maar omdat vogels functioneren in een ecosysteem laat het wel iets zien van hoe rijk de natuur toen was. Het staat als een paal boven water dat die natuur gewoon weer terugkomt als je goed voor de weilanden zorgt. Er wordt nu veel geld besteed om de vernietigende effecten van de landbouw te herstellen, om bijvoorbeeld de grutto in leven te houden. Als je vee houdt op ecologische basis, weet ik zeker dat de grutto blijft voortbestaan zonder dat daar veel geld aan hoeft uitgegeven te worden."
De stikstofkraan dichtdraaien gaat volgens Thomas niet ten koste van voedselzekerheid. "Op de plaatsen waar al het krachtvoer voor dieren wordt geteeld, kan voedsel worden verbouwd voor mensen. In Groningen wordt bijvoorbeeld graan geteeld voor varkens en kippen. Daar kunnen we ook brood van bakken of we kunnen er rogge, haver of andere gewassen verbouwen."
Stoppen met schaalvergroting
De landbouwtransitie waar in Den Haag aan wordt gewerkt, komt er volgens Thomas niet als er wordt ingezet op innovatie. "Vanaf 1950 halveerde het aantal boeren elke vijfentwintig jaar. Dat heeft de overheid niet geprobeerd tegen te houden, maar juist versneld door in te zetten op productie- en schaalvergroting. Ook nu zet de overheid weer in op innovatie. Heel dure stalsystemen met als enig logisch gevolg weer schaalvergroting. Proberen de efficiëntie te verhogen, gaat ten koste van het aantal boeren. Een boer heeft een hoger inkomen nodig om de leningen voor die innovatie terug te kunnen betalen en dat betekent dat er meer geproduceerd moet worden. Of ze moeten meer koeien op hun land houden of meer land kopen. Dat gaat ten koste van collega's. Dus zet de achteruitgang van het aantal boeren gewoon door. Als je de lijn doorzet heb je in 2050 nog zo'n 6.000 melkveehouders. Dan heb je een land waar de 'groene vierkanten' nog groter zijn. Het landschap wordt alleen maar armer en saaier."
Onvoorstelbaar
Volgens Thomas kunnen veel mensen zich in zijn visie vinden, maar lijkt de omslag onvoorstelbaar. "Boeren weten best dat biologisch rendabel kan zijn, dat blijkt ook uit onderzoeken. Maar er moeten investeringen worden gedaan en daarvoor is niet alleen geld, maar ook vertrouwen nodig. Boeren moeten het vertrouwen hebben in een verdienmodel. Biologisch is een handig keurmerk, maar het hoeft niet eens per definitie biologisch te zijn. Je kunt duurzaamheidsstandaarden verhogen in de landbouw én in de supermarkt. En we kunnen belastinggeld gebruiken om het betaalbaar te houden - dat geld zijn we nu dubbel kwijt aan het financieren van de intensieve veeteelt en het opruimen van de rommel. De overheid kan dit organiseren."
Voor meer informatie: www.decorrespondent.nl/cp/uitdeshit