Miljarden besteden aan uitkoop van boerenbedrijven is 'natuur'-grenzen verleggen maar geen katalysator voor een gezondere landbouw. Met dat geld kun je ook de boeren compenseren voor het minderen van de productie door te beginnen met afbouw van de kunstmest-stikstof, die is hoofdverantwoordelijk voor een N-bodemoverschot.
Uitkoop leidt tot intensivering elders
Met 25 miljard kun je bijna een kwart van de Nederlandse agrarische grond kopen. Je kunt ook elke boer vijftien jaar lang een vergoeding van 800 euro per hectare betalen, voor vrijwillige beperking van kunstmest-stikstof, minder vee, minder bestrijdingsmiddelen of een hoger slootpeil.
Met de uitkoop van drieduizend 'piekbelasters' voor 8 miljoen per bedrijf toon je bestuurlijk spierballen, maar helpt het de landbouw? Het rekensommetje van de 25 miljard zal vast wel kloppen voor de schatkist. Dit wordt wel terugverdiend met de bouw van de geplande 300.000 woningen. Maar komt daarmee de beoogde hervorming van de landbouw er? Waarschijnlijk niet.
Volgens de kaarten van het KNMI is Nederland qua stikstofuitstoot op te delen in twee grote regio's. In het oosten wordt veel ammoniak (NH3)-stikstof geproduceerd. In het (zuid)westen is de productie van stikstofoxiden (NOx) door industrie en verkeer hoger dan je zou wensen voor een gezonde leefomgeving.
Je zou woningbouw daar moeten beperken en de industrie verplaatsen naar schonere gebieden, die daar niet op zitten te wachten. Het zou ook een behoorlijke kapitaalsvernietiging zijn, die je op achterstand zet van de internationale concurrentie. Dat doe je dus niet. Je gaat proberen die industrieën langzaam te schonen. Dat vraagt jaren. Die tijd moet ook de boeren zijn gegund, met behoud van hun concurrentiekracht. En dat kan.
Het bezwaar op uitkoop in korte tijd is dat het geld éénmalig uitgekeerd wordt aan enkele bedrijven op het platteland met minder werkgelegenheid tot gevolg.
Uitkoop zal leiden tot intensivering elders, met hogere grondprijzen, omdat je grond uit productie neemt. De bedrijfsgrootte moet toenemen om de hogere lasten het hoofd te bieden met opoffering van beweiden. Het is geen pan-agrarische oplossing, maar hooguit het verleggen van de natuurgrens. Dit houdt ook de kritiek van de 'natuurclubs' op de intensieve landbouw in stand, en daarmee hun bestaansgrond.
Als je de postzegelgedachte loslaat is er een betere oplossing. Beloon boeren voor het minderen met kunstmeststikstof, die veelal bepalend is voor het N-bodemoverschot. Dit N- overschot bedreigt de biodiversiteit.
Haal je de kunstmest-stikstof helemaal weg, dan daalt de productie met zo'n 25 procent, zeker de eerste jaren, en daarmee ook het inkomen. De 25 miljard kan dan veel beter gebruikt worden om boeren, ook akkerbouwers, te compenseren voor hun vrijwillige besparingen op kunstmest-stikstof.
De door Europa gewenste afbouw van de derogatie heeft nu als effect: minder organische mest en vrij baan voor kunstmest; Dat is vloeken in de natuurkerk. Je moet juist meer organisch bemesten en de aanvoer (invoer) van buitenlands veevoer begrenzen. Geen kunstmest zorgt ervoor dat organische mest meer waarde krijgt en het voedsel meer voedingswaarde krijgt. Je daagt boeren uit die mest zo goed mogelijk te gebruiken. Dat is toch wat je wil? Europa kan moeilijk beloningen afkeuren die de kwaliteit van bodem en voedsel verbeteren.
Dus overheid, beloon boeren om uw doelen voor een gezonde boerennatuur te bereiken. Uitkoop alléén is zinloos, te selectief, niet probleemgestuurd, marktverstorend en budgettair een molensteen in bange energietijden.
Jappie Rijpma, Oentsjerk
Bestuurslid Symphony of Soils, een stichting die zich inzet om bodemvruchtbaarheid onder de aandacht te brengen