Consumenten kiezen door de koopkrachtdaling sneller voor het goedkoopste product. Na een positieve ontwikkeling in 2021 vragen boeren en tuinders zich daarom af wat dit voor de transitie van de sector betekent. Politici en bestuurders vergeten vaak de markt, maar een bedrijfseconomisch toekomstperspectief gebaseerd op alleen hoopvolle verwachtingen komt in economisch zwaardere tijden snel tot stilstand.
"Boeren en tuinders zeggen al jaren: je kan niet groen doen als je rood staat. Steeds meer consumenten worden daar nu ook in de supermarkt mee geconfronteerd. Met de energierekening in het achterhoofd laten mensen toch het speciale, lokale product liggen om voor de goedkopere optie te gaan", constateert Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland, naar aanleiding van de Monitor Duurzaam Voedsel 2021.
"Dat begrijpen we ook wel – de kostenexplosie raakt iedereen. En goedkopere opties van Nederlandse bodem zijn ook van uitstekende kwaliteit. Maar het legt wel de vinger op de zere plek van veel van de politieke plannen van de afgelopen jaren. De overheid vraagt steeds meer maar vergeet daarin de markt mee te nemen. Zeker in tijden van economische tegenspoed voelt de ondernemer dat."
Eieren, vlees, verse groente
Dat 'de consument' voor het schap anders denkt dan 'de burger' en de politiek is geen nieuw fenomeen. Ook nu waarschuwen experts dat mensen hun duurzame keuzes aanpassen op hun portemonnee. Boeren en tuinders uit verschillende sectoren merken of verwachten die impact nu al:
Eieren - consumenten kiezen vaker voor scharreleieren zonder keurmerk, in plaats van biologisch, vrije uitloop en/of Beter Leven Keurmerk (BLK). Ondernemers gaan hierdoor andere kippen houden: 'gewone' scharrelkippen. Dit heeft dus een langetermijnimpact.
Groente en fruit - telers van verse groenten merken dat de vraag naar luxe en biologische groenten minder is. De vraag naar fruit is niet goed in balans met het aanbod – tijdens de eerste coronajaren lette men meer op de gezondheid, nu meer op de portemonnee.
Vlees - Nederlands rundvlees is van hogere kwaliteit en vindt daarom vaak via de betere slager en horeca zijn weg naar het bord. Vleesveehouders krijgen al signalen dat die afzet onder druk staat, omdat mensen naar de supermarkt voor goedkoper buitenlands vlees gaan. Dat geldt ook voor konijn, toch al een luxeproduct. Verder staat biologisch varkensvlees onder druk.
Zuivel - Voor melk, boter en kaas is het beeld gevarieerd. Geitenmelkproducten en biologische zuivel is beperkt in prijs gestegen, bij producten van koemelk is de forse kostprijsstijging bij boeren meer terug te zien in het schap. Ook hier is de verwachting dat consument de sneller voor een goedkopere optie gaat. Tegelijkertijd is er vanuit de markt wel vraag naar meer biologische melkveehouders.
Paddenstoelen - Kostprijsstijgingen zijn, meer dan een teruglopende vraag, ook een groot probleem bij veel paddenstoelentelers. Door gestegen energie- en arbeidskosten is de kostprijs zo’n 25% gestegen, bovenop de 10% stijging die vorig jaar werd geconstateerd. Dit kan nog onvoldoende aan de consument worden doorberekend.
"Het zijn lastige tijden, voor consumenten én ondernemers. De signalen uit de markt betekenen niet dat verdere verduurzaming onnodig is. Maar het laat wél zien dat er bij welke ambitie dan ook meer rekening moet worden gehouden met het bedrijfseconomisch perspectief. Als verduurzaming niet rond te rekenen valt dan gebeurt het uiteindelijk niet. Daar ligt voor de overheid met name aan de kostenkant een verantwoordelijkheid. Maatregelen om de energiecrisis te beteugelen zijn essentieel. En met een niet-vrijblijvende bijdrage aan het verdienvermogen wordt van ketenpartijen zeker aan de opbrengstenkant meer verwacht", concludeert Van der Tak.
Voor meer informatie: www.ltonederland.nl