Een kritische succesfactor voor een transitie naar natuurinclusieve landbouw is een effectief verdienmodel. Momenteel ontbreekt het veel boeren echter aan zo'n verdienmodel. Eén van de belemmeringen voor natuurinclusief produceren is dat de beloning voor ingezette productiefactoren, zoals arbeid, grond en kapitaal, tekortschiet. Het stapelen van beloningen, waarbij een stapeling van private en publieke beloningen de boer in staat moet stellen om natuurinclusief te produceren, wordt gezien als een mogelijke oplossing.
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft Wageningen University & Research onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van een systeem van gestapelde beloningen. In dit onderzoek is gekeken naar de huidige vormen van stapeling van beloningen en de economische omvang daarvan. Daarnaast zijn een aantal initiatieven die experimenteren met het stapelen van beloningen onderzocht evenals de plannen van de potentiële verstrekkers van beloningen (zoals overheden, natuurorganisaties, banken en bedrijven) om bij te dragen aan een systeem van gestapelde beloningen.
Uit het onderzoek blijkt dat het stapelen van publieke en private beloningen voor natuurinclusieve landbouw in de kinderschoenen staat. De recente praktijkervaringen en plannen van belanghebbende partijen getuigen van goede wil, maar zijn qua beloningsniveau niet overtuigend. De specifieke beloningen voor natuur en landschap zijn momenteel hoofdzakelijk van publieke aard. Private beloningen voor natuurprestaties zijn marginaal en er zijn geen signalen dat deze substantieel zullen stijgen. Daarnaast zijn private partijen niet geneigd te betalen voor diensten waar ze niet ook zelf enig voordeel van genieten.
Economische omvang huidige vormen van stapelen beperkt
De gemiddelde opbrengsten van akkerbouwbedrijven liggen de afgelopen jaren op ruim € 300.000 per bedrijf en die van melkveebedrijven op meer dan € 400.000 per bedrijf. De gemiddelde beloning van de productiefactoren (arbeid, grond en kapitaal) in de grondgebonden landbouw is hoger naarmate de bedrijven groter en intensiever zijn. In de periode 2001-2019 realiseerden kleinere akkerbouwbedrijven bijna € 1.200 per hectare aan toegevoegde waarde tegenover grotere bedrijven ruim € 2.200 per hectare. Voor melkveebedrijven ging het om gemiddeld bijna € 1.700 op de kleinere bedrijven tegenover € 2.400 per hectare op de grotere bedrijven.
Er is een verscheidenheid aan regelingen ter bevordering van natuur en biodiversiteit op landbouwbedrijven, maar de gemiddeld ontvangen natuursubsidies per bedrijf zijn relatief klein. Veel melkveebedrijven ontvangen nog geen € 2.000 of 0,5% van de totale omzet uit natuursubsidies. Veel akkerbouwbedrijven ontvangen relatief nog minder (0,2% van de omzet) uit natuursubsidies. In het algemeen vinden boeren de beloning voor natuur niet toereikend.
Praktijkprojecten
Er zijn diverse initiatieven genomen om beloningen voor natuurinclusieve landbouw te stapelen, zoals LandvanWaarde, Duurzame melkveehouderij Drenthe en het Praktijkproject biodiversiteitsmonitor van Brabants Bodem. Deze initiatieven komen in zoverre met elkaar overeen dat ze gesteund zijn door een brede coalitie van publieke en private partijen en gericht zijn op de ontwikkeling van de melkveehouderij in het betreffende gebied (respectievelijk in Overijssel, Drenthe en Noord-Brabant). Daarbij is de bedrijfsvoering van de deelnemers centraal gesteld en zijn afspraken gemaakt over streefwaarden voor indicatoren. De beloningen voor de landbouwbedrijven zijn hoofzakelijk bekostigd met publieke middelen (ANLb, IBP Vitaal Platteland, provinciale subsidie). Om geen problemen te krijgen met de staatssteuntoets is gemikt op toepassing van de de-minimisregeling. Het plafond hiervan is € 20.000 in drie jaar, wat een bescheiden bedrag is ten opzichte van de gemiddelde omzet van melkveebedrijven. Zo liggen de gemiddelde opbrengsten van melkveebedrijven de afgelopen jaren op meer dan € 400.000 per bedrijf. De gemiddelde inkomenstoeslagen en subsidies bedragen de afgelopen jaren tussen de € 25.000 en € 30.000 per bedrijf en slechts een fractie hiervan is gekoppeld aan natuurinclusiviteit.
Staatssteun
Met het oog op de verstrekking van publieke middelen die de staatssteuntoets kan doorstaan dient de rol- en taakverdeling tussen de verschillende bestuurslagen die hierbij betrokken zijn te worden verbeterd. Dankzij de recente ontheffing in het GLB van de staatssteuntoets zal aanvullende nationale steunverlening mogelijk worden via het Nationaal Strategisch Plan.
Begin 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel voor richtsnoeren gedaan opdat bedrijven meer duurzaamheidsafspraken kunnen maken. Men wil meer ruimte voor samenwerking tussen bedrijven in Europa om duurzame doelen te halen. Volgens het voorstel van de Commissie zijn veel vormen van samenwerking tussen bedrijven om duurzaamheidsdoelen te behalen toegestaan, waarbij de mededingingsregels geen belemmering vormen.
Voor informatie hierover, zie het gelijktijdig verschenen rapport 'Sturing, waardering en beloning van duurzaamheid in de landbouw met kritische prestatie-indicatoren' (2022) van Baayen, van Doorn, Reijs, Kisters en van Hal.
Meningen verdeeld over wie de boer moet belonen
Overheden en bedrijfsleven hebben niet dezelfde voorkeursoplossing wat betreft het stappelen van beloningen. Overheden zoeken naar oplossingen waarbij marktpartijen meer verantwoordelijkheid nemen (al dan niet gedwongen). Het bedrijfsleven legt de nadruk op de noodzaak van een gelijk speelveld in de (internationale) markten en vindt dat overheden het voortouw moeten nemen in het belonen van publieke goederen zoals veel ecosysteemdiensten. Private partijen in en rond de agrarische productie willen de beloning van hun relaties (leveranciers en afnemers) in eigen hand houden en die niet overdragen aan een andere organisatie. Delen van het bedrijfsleven zijn bereid om enige verantwoordelijkheid voor brede maatschappelijke doelstellingen te dragen. Dat neemt niet weg dat ze van mening zijn dat ze in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor hun eigen verdienmodel.
Bron: WUR