Een jaar geleden deelde Danone Noord-Amerika, eigenaar van het biologische zuivelmerk Horizon Organic, 89 biologische melkveehoudersfamilies in Maine, New Hampshire, Vermont en New York mee dat ze hun zuivelcontracten een jaar later zouden opzeggen en dat ze zouden stoppen met het afnemen van melk in New England.
De snelle regionale opzegging door Danone was de grootste gelijktijdige opzegging van contracten die de biologische zuivelsector in de VS ooit heeft meegemaakt. De markt voor biologische zuivel is relatief klein en na jaren van fusies en overnames zijn er nog maar een paar kopers over, dus als een grote koper als Horizon vertrekt, hebben de boeren weinig opties. Het nieuws was verwoestend voor deze boerenfamilies, van wie velen al tientallen jaren biologische melk leveren aan Horizon Organic en een belangrijke rol speelden bij de opbouw van het succesvolle merk Horizon.
Een jaar later
Inmiddels is er een jaar verstreken sinds de aankondiging van Horizon en zijn sommige boerderijen failliet gegaan, hebben andere het geluk gehad een andere zuivelinkoper te vinden, hebben vele boerderijen ingrijpende en dure aanpassingen moeten doorvoeren en hebben alle zuivelbedrijven te lijden gehad onder inflatie, torenhoge voederprijzen en zomerse droogte. Volgens de boeren is Danone hen een toekomst verschuldigd omdat hun gezonde, biologische melk het bedrijf heeft geholpen een van de grootste multinationale zuivelbedrijven ter wereld te worden.
Danone doet niet genoeg om te compenseren
Het afgelopen jaar hebben groepen van biologische producenten uit het noordoosten die de getroffen boeren vertegenwoordigen Danone gevraagd deze boeren te steunen voordat ze de regio verlaten, door de boeren allereerst nog zes maanden extra op hun contracten te geven, daarnaast aanzienlijk te investeren in de infrastructuur voor de verwerking van biologische zuivel in de regio, en tot slot de boeren een vertrekpremie te geven. Danone heeft in december geantwoord en toegezegd de boeren de extra zes maanden van hun contract te geven, een kleine vertrekpremie uit te keren en in de regio te investeren. Tot op heden hebben alle landbouwbedrijven de contractverlenging aangeboden gekregen, maar zeggen slechts weinig landbouwers hun vertrekpremie te hebben ontvangen en heeft Danone nog steeds niet financieel geïnvesteerd in de biologische zuivelindustrie van de regio.
Dezelfde biologische producenten in het noordoosten en andere belanghebbenden in de regio hebben afgelopen najaar met de USDA gesproken over de maatregelen die nodig zijn om de landbouwbedrijven en de gemeenschappen te beschermen die afhankelijk zijn van de bloeiende en al lang bestaande biologische zuivelindustrie. Landbouwminister Vilsack nam deze aanbevelingen serieus en kondigde in maart 2022 een investering van 20 miljoen dollar in de regio aan om biologische melkveehouders tijdens deze crisis te ondersteunen.
Boeren vragen investering van tenminste 20 miljoen
Danone heeft volgens de boeren gewoon niet genoeg gedaan, en de Amerikaanse belastingbetaler mag niet opdraaien voor het opruimen van de economische puinhoop die Danone achterlaat bij zijn vertrek uit het noordoosten. Danone moet op zijn minst de investering van 20 miljoen dollar van de belastingbetaler voor biologische zuivel in het noordoosten evenaren. De omzet van Danone aan het einde van het jaar 2021 bedroeg 24,3 miljard euro.
"Boeren in Vermont hebben een ondraaglijk jaar achter de rug, met psychische problemen en enorme financiële investeringen op hun boerderijen om biologisch te kunnen blijven boeren. Danone moet de boeren een kans geven om de biologische zuivelindustrie in Vermont levensvatbaar te houden voor de volgende generatie," aldus Grace Oedel, uitvoerend directeur van NOFA-VT.
In Maine zegt Sarah Alexander, uitvoerend directeur van MOFGA: "We zijn in Maine melkveehouderijen kwijtgeraakt en vrezen dat er nog meer zullen sneuvelen. Er is lokale motivatie om onze lokale zuivelinfrastructuur weer op te bouwen, maar Danone moet op zijn minst de belastinginvestering van 20 miljoen dollar evenaren die de USDA heeft gedaan naar aanleiding van het besluit van Danone om de regio te verlaten. Dat zijn ze de biologische melkveehouders en consumenten in de regio op zijn minst verschuldigd."
"Onlangs hebben groepen biologische producenten uit het noordoosten een ontmoeting gehad met Danone om te vragen om de broodnodige regionale investering waartoe het bedrijf zich verbonden had", zegt Kate Mendenhall van de Organic Farmers Association. "Ze erkenden hun toezegging, maar laten het vervolgens afweten. Het is tijd dat ze betalen om een levensvatbare toekomst te ondersteunen voor de 89 boeren die ze hebben achtergelaten."
Bethany Wallis, uitvoerend directeur van NOFA-NY voegt daaraan toe: "New York heeft de meeste boerenbedrijven die hun contracten kwijtraken en veel daarvan zijn er slecht aan toe met een onzekere toekomst. Danone's B-Corp sociale betrokkenheid en claims van het zetten van lokale eerste moet worden gerealiseerd in het noordoosten."
"Een investering van $20 miljoen, vergelijkbaar met de USDA-bijdrage, zou een enorme impact hebben op het herstellen van de schade die Danone in de regio heeft aangericht", zegt Ed Maltby van NODPA. "De meest recente economische neergang in combinatie met de droogte heeft van een crisis een bijna noodsituatie gemaakt en Danone heeft de middelen om hun belofte na te komen om in de regio te investeren. Het is tijd dat ze hun sociale missie belichamen en recht doen aan de landelijke gemeenschappen in het noordoosten die ze hebben getroffen, door deze boeren een toekomst te geven."
De Northeast Organic Farming Association of Vermont, de Northeast Organic Farming Association of New York, Inc., de Maine Organic Farmers and Gardeners Association, de Northeast Organic Farming Association of New Hampshire, de Northeast Organic Dairy Producers Alliance en de Organic Farmers Association vragen samen Danone North America om minstens 20 miljoen dollar te investeren in de noordoostelijke biologische zuivelindustrie. Deze groepen hebben voorstellen ingediend over hoe een investering van Danone North America de grootste impact kan hebben waar dat het meest nodig is.
Bron: NODPA