Gemeenten hebben wel interesse om de plantsoenen in te richten met biologische bloemen en planten, maar het is een complex verhaal om het aandeel biologische bloembollen en perkgoed binnen afzienbare tijd te verhogen naar minimaal 25%, zoals Tweede Kamerleden Tjeerd de Groot (D66) en Derk Boswijk (CDA) onlangs in een motie voorstelden.
De motie die de regering verzocht om de mogelijkheden te onderzoeken werd aangenomen en dus ging Minister Carola Schouten in gesprek met het IPO, de VNG, de KAVB en betrokken handelsorganisaties in biologische bollen. In een kamerbrief deelt ze haar conclusies.
Vraag en aanbod komen moeizaam bij elkaar
Schouten schrijft dat de afzetproblematiek complexer is dan alleen de stimulering van de vraagkant. De beschikbaarheid van de juiste hoeveelheden van biologische bollen en perkgoed op de juiste tijdstippen is een probleem. Ze wijst erop dat biologische bollentelers ten minste twee jaar nodig hebben om de gevraagde partijen te produceren. "Dit past veelal niet in de planning van de gemeentelijke groenvoorziening. Vraag en aanbod komen daardoor nog moeizaam bij elkaar."
Omschakeling niet eenvoudig
Het areaal biologische bollenteelt is vrij beperkt en redelijk stabiel en dat geldt ook voor het aantal telers. "De omschakeling naar biologische bollenteelt is niet eenvoudig en zal naar verwachting niet op korte termijn leiden tot een groter areaal. Er is wel interesse bij gemeenten en provincies om meer biologische bollen en perkgoed af te nemen."
Momenteel is de minister bezig met het opstellen van de nationale strategie voor biologische productie en consumptie, die invulling geeft aan de Europese ambities. De biologische sierteelt zal als één van de te verkennen sectoren worden meegenomen.