Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
“Omvorming melkveehouderij zou substantiële bijdrage kunnen leveren aan minder ammoniak”

Biologische melkveehouderij draagt bij aan stikstofreductie

Het nieuwe WUR rapport “Quick Scan stikstofproblematiek en biologische veehouderij” beschrijft de effecten van biologische bedrijfsvoering op de stikstofproblematiek. In de biologische melkveehouderij is de ammoniakemissie per hectare ongeveer de helft lager. De totale stikstofverliezen – de optelsom van ammoniakemissie en nitraatuitspoeling – zijn zelfs bijna 70% lager.

Hiervoor worden in het rapport vijf belangrijke oorzaken aangegeven: een hoog aantal uren weidegang (gemiddeld 3300 uur per jaar), een kleiner aantal dieren per hectare, een lager niveau van bemesting, het niet toepassen van kunstmest én een lager aandeel eiwit in het voer.

Foto: Klaartje van Wijk

Meer onderzoek naar pluim- en varkenshouderij
Bij de biologische pluimvee- en varkenshouderij is geen duidelijke conclusie. Daar zijn lagere dieraantallen per bedrijf gunstig, maar leidt meer leefoppervlakte tot hogere emissies per dier. Voor deze twee sectoren loopt nog onderzoek naar emissies in de uitlopen. Voor alle sectoren worden praktische aanbevelingen gedaan voor reductiemaatregelen die bij de biologische landbouw passen.

Perspectief
Biohuis voorzitter IJsbrand Snoeij: “Als biologische boeren zijn we blij met de handvaten die deze Quick Scan biedt, om onze stikstofemissies verder te verminderen. De biologische melkveehouderij is overduidelijk onderdeel van de oplossing. Dit WUR-rapport biedt beleidsmakers de kans om ze die rol ook te geven. Daarnaast biedt dit onze dierlijke sectoren perspectief om verder te ontwikkelen en onderdeel te zijn van de oplossing van het stikstofprobleem.” 

Ander bedrijfssysteem
De Natuurweide voorzitter Sybrand Bouma: “Op basis van dit rapport zouden beleidsmakers van Rijk en provincies moeten erkennen dat de biologische melkveebedrijven echt een ander bedrijfssysteem hebben. Ze dienen dan ook als zodanig behandeld te worden. Door de wettelijke borging van de biologische melkveehouderij kan de overheid hier een apart spoor bewandelen, en bijvoorbeeld met lagere emissiegegevens rekenen. Bestaande en nieuwe biologische bedrijven kunnen in en nabij kwetsbare natuurgebieden een belangrijke functie vervullen, door hun extensieve manier van werken zonder chemische middelen. Dit komt bovenop de praktische bijdrage die ze nu al vaak leveren aan het natuurbeheer. De biologische melkveehouderij verdient daarom een belangrijke rol in het gebiedsgerichte beleid als duurzame en perspectiefvolle oplossing.”

50 % lagere emissie per hectare
Uit gegevens van het Bedrijveninformatienet (BIN) blijkt dat bij biologische melkveebedrijven de ammoniakemissies uit de stal gemiddeld ruim 20% lager zijn per koe en de emissies uit bemesting en beweiding ruim 50% lager per hectare. Een van de conclusies uit het rapport luidt dan ook: “omschakelen naar biologische melkveehouderij is een kansrijke bronmaatregel.”

Geen omschakelsubsidies
Op dit moment heeft 3% van alle melkveebedrijven het biologische keurmerk. De productie is in balans met de huidige markt. De biologische sector pleit daarom niet voor omschakelsubsidies. Sybrand Bouma: “Om meer bedrijven de kans te geven om te schakelen, is een grotere marktvraag noodzakelijk. In de eerste plaats zal het belang van onze huidige biologische bedrijven erkend dienen te worden door de overheid. Hierdoor zal het voor de consument en de handel duidelijk worden dat de biologische melkveehouderij een groot positief effect heeft op het stikstofprobleem. Deze bewustwording van de consument, waar de overheid samen met marktpartijen een grote rol in kan vervullen, zal de marktvraag positief beïnvloeden.” 

Publicatiedatum: