Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Vrijstelling voor verkooppunten met een beperkte omzet van biologische producten

De certificatieplicht voor verkooppunten met een beperkte omzet van biologische producten die per 1 januari 2022 zal ingaan wordt wellicht voorzien van een vrijstelling. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister van LNV Carola Schouten dat zij met betrokken branchepartijen in 'constructief overleg' is over deze mogelijkheid.

Zorgen
SGP-Kamerlid Bisschop stelde in november vragen over deze certificatieplicht. "Voor marktkooplui en speciaalzaken die maar enkele biologische producten verkopen staan de certificatieplicht en de bijbehorende kosten niet in verhouding tot de omzet die ze uit deze verkoop halen. Zij zullen afhaken, terwijl het voor het stimuleren van de verkoop en productie van biologische producten juist van belang is dat de producten via zoveel mogelijk verkooppunten aangeboden worden", redeneerde de fractie. Ook branchevereniging ADN kaartte deze zorg aan.

Voorwaarden
Aan een vrijstelling zijn enkele strikte voorwaarden verbonden. Zo is de vrijstelling niet beschikbaar als exploitanten de producten voor een ander doel dan de eigen verkoop produceren, bereiden en opslaan. Ook mogen de producten niet ingevoerd zijn uit een derde land en mag het produceren, bereiden en opslaan niet uitbesteed worden aan een derde. Het gaat om vrijstelling voor verkooppunten met een beperkte omzet van onverpakte biologische producten, met uitzondering van verkoop van diervoeders. Beperkte omzet betekent dat de verkochte hoeveelheid niet hoger is dan 5.000 kilogram per jaar, of dat hun jaaromzet met betrekking tot onverpakte biologische producten niet hoger is dan 20.000 euro, of dat de potentiële certificeringskosten van de exploitant hoger zijn dan 2% van de
totale omzet met betrekking tot onverpakte biologische producten die door die exploitant zijn verkocht.

"Omdat een vrijstelling ook verplichtingen met zich meebrengt, worden de voor- en nadelen van de vrijstellingsmogelijkheid in kaart gebracht. Daarnaast worden andere oplossingen verkend, mede op basis van ‘best practices’ in binnen- en buitenland", aldus Schouten.  Voor de zomer informeert de minister over de uitkomsten van het overleg en zal ze haar conclusies trekken.