Het verbod van de gemeente Steenbergen op uitbreiding van intensieve veebedrijven betekent dat ook biologische legpluimveehouder Lex Verbeek zijn bedrijf niet uit mag breiden. Dit blijkt uit een uitspraak van de Raad van State van 21 april. De bio-legpluimveehouder wil een nieuwe stal aan de Kruislandsedijk bouwen.
De gemeente Steenbergen heeft in het beleid vastgelegd dat het niet wil meewerken aan de vergroting van intensieve veebedrijven. Dat is in een bestemmingsplan vastgelegd. De bio-pluimveehouder is tegen dit besluit in beroep gegaan. Hij geeft aan geen intensieve veehouderij, maar een grondgebonden veehouderij te exploiteren. Uit artikel 1.60 van de planregels volgt dat een intensieve veehouderij een agrarisch bedrijf is met een bedrijfsvoering die in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt. Lex benadrukt dat hij een agrarisch bedrijf exploiteert met een bedrijfsvoering die niet in overwegende mate plaatsvindt in gebouwen, omdat hij zijn kippen op biologische wijze houdt. Deze bedrijfsvoering is altijd grondgebonden. Ter illustratie verwijst hij naar de Europese regels over biologische productie zoals neergelegd in de EG Verordening 834/2007, waaruit volgt dat de kippen altijd toegang tot de open lucht moeten hebben. Ook heeft hij ter onderbouwing van zijn stelling een advies overgelegd opgesteld door H. Wieringa, verbonden aan Land & Co te Wageningen.
Indien een biologische veehouderij wel valt onder de definitie van een intensieve veehouderij, is het beleid zoals neergelegd in de structuurvisie onredelijk volgens de bio-pluimveehouder. Het beleid houdt in dat de gemeente niet meewerkt aan de vestiging van intensieve veehouderijen. Dit betekent dat in de gehele gemeente Steenbergen geen biologische veehouderijen kunnen worden gevestigd. Deze beperking van de gebruiksmogelijkheden van agrarische grond gaat te ver, aldus Lex Verbeek. .
De raad stelt zich op het standpunt dat de pluimveehouderij van Verbeek dient te worden aangemerkt als een intensieve veehouderij. Hiervoor verwijst de raad naar de begripsbepalingen in het bestemmingsplan. Volgens de raad is het feit dat het pluimvee op biologische wijze wordt gehouden op zichzelf ruimtelijk niet relevant.
De Raad van State is het eens met Steenbergen, ook al betekent dit dat ook de biologische veehouderij erdoor wordt geraakt. "Uit de structuurvisie blijkt dat de raad het niet wenselijk acht om ruimte te bieden aan nieuwe intensieve veehouderijen of de uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen omdat dit type veehouderijen de openheid van de open zeekleipolders te veel aantast. Het beleid is erop gericht om de openheid van het landschap te handhaven en versterken. In hetgeen heeft aangevoerd ziet de Afdeling onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat dit beleid onredelijk moet worden geacht, ook al zou dit betekenen dat ook biologische intensieve veehouderijen daardoor worden geraakt."
Klik hier voor de uitspraak van de Raad van State.
Voor meer informatie: [email protected]