Zonnepanelen, windturbines en pocketvergisters. Dit zijn de drie voornaamste opties waar land- en tuinbouwers uit kunnen kiezen om zelf groene stroom op te wekken. Laurens Vandelannoote, innovatieconsulent bij het Innovatiesteunpunt, loopt bij de Boerenbond de stand van zaken van elk van deze technologieën door met het oog op een call groene stoom die op 17 mei start.
De beste optie lijken nog steeds zonnepanelen. "Door de sterke daling van de investeringskosten en de hoge elektriciteitsprijzen zijn er in de meeste gevallen zelfs geen premies nodig om een installatie in minder dan zeven jaar terug te verdienen. Zonnepanelen in een of andere dimensie horen thuis op elk land- of tuinbouwbedrijf", stelt Laurens.
Call groene stroom
Van 17 mei tot 3 juni loopt de eerste call groene stroom waar er investeringssteun aangevraagd kan worden voor middelgrote windturbines en PV-installaties met een omvormervermogen groter dan 40 kVA. De technologieaanbieder zal in de meeste gevallen de steunaanvraag op zich nemen. Per projectcategorie is er een maximale steun die aangevraagd kan worden:
- 22 euro/MWh voor installaties op basis van zonne-energie op marginale gronden en alle overige installaties op basis van zonne-energie;
- 33 euro/MWh voor drijvende installaties op basis van zonne-energie;
- 74 euro/MWh voor installaties op basis van windenergie.
Bron: Boerenbond