Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Duitse bio-markt 2020: meer dan 14 miljard euro omzet, groei van 17%"

Julia Klöckner, de Duitse minister van Landbouw, presenteerde de resultaten van de 'bio-barometer 2020' (Öko-Barometer 2020). 

Dit jaar zijn veel dingen anders. De pandemie heeft veel van ons dagelijks leven beïnvloedt – zo ook onze omgang met levensmiddelen. In 2020 hebben consumenten bewuster en doelgerichter inkopen gedaan. Daarbij hechtten ze meer waarde aan regionaliteit en biologische productie. Vooral bij de aankoop van vlees kozen de consumenten in sterkere mate dan voorheen voor bio-producten. Dit blijkt uit de actuele cijfers uit de bio-barometer die in opdracht van het Duitse ministerie van Landbouw en Voeding (BMEL) werd opgesteld. Landbouwminister Julia Klöckner presenteerde onlangs de resultaten.

Foto: BMEL

De resultaten van het onderzoek bevestigen de lange termijn groeitrend van de bio-markt

  • 37 procent van de ondervraagden gaf aan regelmatig bio-producten te kopen.
  • Bijna 90 procent gaf aan toekomstig tenminste regelmatig bio-varianten te willen kopen.
  • Bij bio-eieren steeg het aantal ondervraagden dat aangaf deze producten 'uitsluitend' of 'vaak' te kopen naar 74 procent – in 2019 ging het nog om 66 procent.
  • Bij biologisch vlees en biologische vleeswaren gaf 50 procent van de ondervraagden aan dit op zijn minst vaak te kopen - in 2019 lag dit percentage nog op 42 procent.
  • Voor de aankoop van bio-levensmiddelen zijn nog steeds de supermarkten bepalend: negen van de tien ondervraagden kochten hier hun bio-producten, gevolgd door discounters (68 procent).


Landbouwminister Julia Klöckner: "Uit gelegenheidskopers zijn gewoontekopers geworden en ook in z'n totaliteit kopen steeds meer consumenten bio-producten: volgens de eerste schattingen zou de omzet met bio-levensmiddelen in 2020 op meer dan 14 miljard euro hebben gelegen. Dat zou een stijging van 17 procent betekenen ten opzichte van het voorgaande jaar. De branche heeft tijdens de pandemie nogmaals een duwtje in de rug gekregen, heeft een hoge positie. Dat heeft – naast onze veelvuldige bevordering van de biologische landbouw – zeker ook met het feit te maken dat er hier in Duitsland een betrouwbaar overheidskeurmerk bestaat: ons 'Bio-Siegel'.

Voor de uniforme markering van bio-producten dient in Duitsland vooral het door het ministerie van Landbouw ontwikkelde 'Bio-Siegel', dat dit jaar haar twintigjarig jubileum viert. Sinds haar introductie in september 2001 is het aantal geregistreerde producten continue gestegen: momenteel gaat het om bijna 90.000 producten van meer dan 6.000 bedrijven. Daaronder vooral levensmiddelen, maar ook sierplanten en zaaigoed. Het gebruik van het keurmerk is daarbij niet verplicht, maar wel de criteria die nageleefd moeten worden en ook worden gecontroleerd.

Julia Klöckner: "Het Bio-Siegel toont welk enorm hefboomeffect een dergelijk overheidskeurmerk kan hebben: het marktaandeel van bio-producten stijgt sinds jaren, de consumenten zien het keurmerk als geloofwaardig en hebben er vertrouwen in. Voor steeds meer telers wederom is het keurmerk een sterke prikkel om over te stappen op biologische teelt – daarbij ondersteunen we ze op allerlei manieren. Het Bio-Siegel is tot een merk geworden. Het is zo aantrekkelijk omdat het laat zien welke producten de wettelijke minimumstandaard overtreffen. Dat maakt het ons ook mogelijk om de bedrijven te ondersteunen. Op dezelfde weg willen we met ons dierenwelzijnskeurmerk snel voor meer dierenwelzijn in de stallen zorgen."

Duidelijk is echter ook, aldus de minister, dat een goede samenwerking en een convergentie van de teeltwijzen belangrijk is. Er is een soort 'hybridelandbouw' nodig: de biologische landbouw moet productiever worden en de conventionele teeltwijze bronbesparender en beter voor het dierenwelzijn - en daarbij tegelijkertijd productief blijven.

In het kader van de Internationale Grüne Woche van dit jaar, die virtueel plaatsvindt, zal minister Klöckner op woensdag 20 januari de winnaars van de landelijke wedstrijd biologische landbouw onderscheiden.

Het BMEL eert met de prijs voor de eenentwintigste keer bio-telers die met ongebruikelijke, innovatieve en toekomstbestendige ideeën bijzonder succesvol biologisch werken.

Achtergrond – bio-barometer
De bio-barometer wordt sinds 2002 regelmatig uitgevoerd in opdracht van het Duitse ministerie van Landbouw en Voeding en is een vast bestanddeel van het Duitse programma voor biologische landbouw en andere vormen van duurzame landbouw. Het is een representatieve telefonische enquête over de consumptie van biologische levensmiddelen. Het actuele onderzoek werd door Infas uitgevoerd van eind juli tot eind augustus 2020. Voor de resultaten werden in totaal 1.011 interviews geanalyseerd.

De bio-barometer 2020 is hier te vinden: www.bmel.de/oeko-barometer-2020 

Steunprogramma's

Conventionele evenals biologische bedrijven ontvangen directe subsidies van de EU.

  • In 2019 ging het om gemiddeld 281 euro per hectare c.q.    
    gemiddeld 13.300 euro per bedrijf.

Daarnaast worden boeren expliciet ondersteund wanneer ze overstappen op biologische landbouw – en evenwel ondersteund wanneer ze bij deze kostenintensievere werkwijze blijven.

  • Bij het overstappen ontvangen ze 250 euro per hectare en
  • Daarna wanneer ze biologisch blijven, ontvangen ze 210 euro per hectare.

Het BMEL heeft een 'Zukunftsstrategie ökologischer Landbau' (ZöL, Toekomststrategie Biologische Landbouw) ontwikkeld met het doel tot 2030 een aandeel van 20 procent biologisch landbouwareaal te bereiken.

Het spectrum van de in de ZöL beschreven politieke instrumenten reikt van der Rechtsetzung tot aan de doelgerichte financiële ondersteuning van afzonderlijke projecten.

Een belangrijk financierings- en realiseringsprogramma van de ZöL is het Duitse programma voor biologische landbouw en andere vormen van duurzame landbouw (BÖLN). De begroting hiervan werd in 2018 met 10 miljoen euro en in 2021 met 5 miljoen euro verhoogd naar in totaal circa 33 miljoen euro.

  • Via het BÖLN heeft het Duitse ministerie van Landbouw reeds meer dan 1.200 onderzoeksprojecten financieel gesteund.
  • Circa 4.400 Wissenstransferveranstaltungen voor Praktiker zur
    Verbreitung van onderzoeksresultaten werden gefinancierd.
  • Onderzoeksprojecten, bevordering van technische vernieuwingen en digitalisering, experimenteerakkers of subsidies voor meer sociale zekerheid: daarvan profiteren ook de biologische boeren.


Gemeenschappelijk ondersteuning door de Europese Unie, Duitsland en de Duitse deelstaten

  • De biologische landbouw profiteert van verschillende landbouwstructuursubsidies van de Europese Unie, die in de zogenaamde ELFPO-verordening beschreven zijn.

  • Nationale rechtsgrondslag voor de financiële deelname van Duitsland en de afzonderlijke deelstaten aan deze subsidiemaatregelen vormt de wet over de gemeenschapstaak 'verbetering van de landbouwstructuur en kustbescherming'.

  • In het kader van het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) zijn in de dertien ELFPO-programma's van de deelstaten voor de subsidieperiode 2014-2020 EU-middelen ter hoogte van in totaal circa 1,2 miljard euro voorzien ter ondersteuning van het overstappen op biologische landbouw en het handhaven van biologische landbouw.

  • In 2019 hebben Duitsland, de Duitse deelstaten en de EU ook nog eens circa 300 miljoen euro uitgegeven aan het overstappen op en het handhaven van biologische landbouw.

  • Ook het subsidie-aanbod op het gebied van de verbetering van de verwerkings- en verkoopstructuur biedt ondersteuning voor biologisch geteelde producten.

  • Met een aandeel van circa 15 procent van de uitgegeven middelen profiteert de biologische landbouw ook van het landbouwinvesterings-bevorderingsprogramma.

  • Bio-bedrijven ontvingen in 2018 circa 430 miljoen euro aan directe subsidies van de EU.

Klik hier voor de Öko-Barometer 2020.

Bron: BMEL.de  

Publicatiedatum: