Staatsbosbeheer gaat een vergaande samenwerking aan met Nicole de Gier en Freek van Leeuwen van kaasboerderij de Vierhuizen in Leidschendam. Het helpt hen meer biodiversiteit te combineren met een rendabele bedrijfsvoering. De overeenkomst werd op 10 december getekend en maakt deel uit van een groot project van 40 experimenten die Staatsbosbeheer samen met het ministerie en boeren aangaat om natuurinclusieve landbouw te stimuleren. De WUR (Wageningen University & Research) monitort de projecten. Kaasboerderij de Vierhuizen is de eerste zelfkazende boer die meedoet.
De Vierhuizen is een kleinschalige melkveehouderij in het veenweidegebied in het Groene Hart in Leidschendam. Vrijwel alle melk wordt tot kaas verwerkt in de eigen kaasmakerij, en deels onder de naam Wilde Weide Kaas vanuit de eigen boerderijwinkel verkocht. Door het weiland zijn wandelpaden aangelegd die vrij toegankelijk zijn voor het publiek. Een andere attractie is de Wilde Weide Tuin, een vrij toegankelijke bloementuin, waar frambozen en bessen geplukt mogen worden. Deze tuin vormt een mooi geheel met de kruidenrijke graslanden
Mest, maaisel en weidevogels
Op De Vierhuizen wordt met veel zorg omgegaan met de bodem. De vaste mest wordt van de urine gescheiden en er wordt extra stro aan toegevoegd om het volume aan vaste mest nog wat te vergroten. Dit helpt de bodemstructuur te verbeteren en trekt meer wormen, die op hun beurt weer voedsel zijn voor de weidevogels. Het bedrijf heeft veel aandacht voor korte ketens en heeft een zoveel mogelijk gesloten kringloop. Er wordt amper krachtvoer aangevoerd en geen kunstmest. Op bijna alle grond van Van Leeuwen zit een beheerovereenkomst voor weidevogels. Hij beschermt deze vogels actief en met veel zorg, bijvoorbeeld door gevonden nesten te beschermen; extensief te werken en later te maaien.
Experimenten
In samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) startte Staatsbosbeheer in 2018 een meerjarig project met als doel 40 experimenten te realiseren om boeren te helpen over te schakelen naar natuurinclusieve landbouw. Kern daarbij is dat Staatsbosbeheer zijn grondpositie inzet. In totaal heeft Staatsbosbeheer 50.000 hectare natuurland met een grasachtige vegetatie in eigendom.
Het mes snijdt aan twee kanten: Als een boer overstapt op natuurinclusieve landbouw heeft hij - om rendabel te kunnen opereren - méér grond nodig. Die extra natuurgrond kan hij op verschillende manieren pachten van Staatsbosbeheer. In ruil daarvoor wordt met de boer afspraken maakt over activiteiten op de eigen grond met het oog op natuurinclusieve agrarische bedrijfsvoering. Op deze manier kan de ondernemerde biodiversiteit op al zijn landbouwgrond vergroten. Met als resultaat dat de biodiversiteit op boerengrond in de buurt van natuurgebieden van Staatsbosbeheer kan toenemen.
Er zijn inmiddels overeenkomsten getekend met boeren in Reeuwijk, Delfgauw en Brandwijk (Zuid-Holland), Woerdense Verlaat en Tienhoven (Utrecht), Arrien (Overijssel), Leutingewolde (Drenthe), Oene (Gelderland) en Teteringen en Vortum-Mullem (Noord-Brabant).
Voor meer informatie: www.staatsbosbeheer.nl