Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jan Velema, plantenveredelaar en oprichter biologisch zaadbedrijf Vitalis:

"Veredeling terug in de hand van boer én consument"

Jan Velema verrichtte pionierswerk met de oprichting van biologisch zadenbedrijf Vitalis 25 jaar geleden. Sinds hij afscheid nam – Vitalis is nu een dochterbedrijf van Enza Zaden – zoekt Jan naar wegen om mensen te verbinden met de bron van hun voeding: het zaad. Met de nog jonge Coöperatie de Zaderij hoopt hij bewustwording te creëren.

Jan Velema werkte 15 jaar als veredelaar en researchmanager bij zadenbedrijf Rijk Zwaan, toen Edith Lammerts van Bueren langskwam met de vraag of ze biologische zaden wilden gaan telen. “Dat was in 1993. Ik wist toen nog niets van bio”, vertelt Jan, “maar ik zag wel allerlei problemen in de landbouw, zoals de grootschaligheid, de gastarbeiders – zoals ze toen nog heetten – in een caravan op het achtererf, het overvloedige gebruik van bestrijdingsmiddelen. Door het verhaal van Edith viel bij mij het kwartje. Ik was direct enthousiast.”

De start van Vitalis
Kort na dit gesprek startte Jan met een experiment om slazaad te produceren bij een biodynamische kasteler in Maasdam. Tot zijn eigen verbazing was dat buitengewoon succesvol met een goede zaadopbrengst en een hoge kiemkracht. “Ik stelde voor om binnen Rijk Zwaan een biologische afdeling op te richten, maar daar waren nog geen oren naar. Daarom besloot ik om voor mezelf te beginnen. Ik zegde mijn baan op, verkocht mijn huis en kocht een boerderij.” Edith Lammerts van Bueren dacht mee. Bodemkundig expert Jan Bokhorst hielp hem om goede grond te vinden. Handelsbedrijf Eosta maakte de financiering mogelijk door de helft van de aandelen te kopen.“Zo ging Vitalis in 1994 van start. Ik begon alleen met een Warmonderhof-stagiaire. Gemiddeld kwam er ieder jaar een medewerker bij. We vermeerderden zaden die we vooral aan Bingenheim in Duitsland en Sativa in Zwitserland leverden. Ook gangbare zaadbedrijven lieten hun zaden door ons vermeerderen, want ze waren wel nieuwsgierig hoe die het onder biologische omstandigheden zouden doen. Met Enza Zaden ontstond een nauwere samenwerking. In 1998 namen zij de aandelen van Eosta over en werd Vitalis een soort biologische tak van Enza. Het voordeel daarvan was dat ik de rechten kreeg om al hun rassen te telen. Ook kreeg ik toegang tot hun internationale verkooporganisatie. Dat was een enorm belangrijke stimulans voor de groei van Vitalis.”

Lekkere tomaat
In het begin deden ze weinig aan veredeling, dat kwam pas later. Eerst wilden ze het gebruik van biologisch zaad ontwikkelen. Daarom richtten Edith en Jan in 1998 Stichting Zaadgoed op. “Vooral de grotere biologische boeren en tuinders zaten helemaal niet zo te springen om bio-zaad. Ze waren tevreden met de gangbare zaden: veel keuze en een stuk goedkoper. Toen ik mijn eerste tomatenras had ontwikkeld – een hybride biologisch ras – waren de tuinders heel enthousiast over de smaak. Mijn ras was het lekkerst. Maar het gaf vijf procent minder opbrengst en daarom werd het niet gekocht.”Het is nu nog steeds zo dat biologische telers gangbare zaden mogen gebruiken als er onvoldoende geschikte biologische zaden of rassen beschikbaar zijn. “Tegen een meerprijs kun je gangbare zaden kopen die niet ontsmet zijn. Zaad mét gif is de standaard en dus goedkoper. Dat is toch de omgekeerde wereld!”In 2012 is Jan met Vitalis gestopt. Enza nam alle aandelen over, dus Vitalis is nu een volledige dochter. “Het is het snelst groeiende onderdeel binnen Enza, al blijft het een nichemarkt. Vitalis is het grootste biologische zadenbedrijf ter wereld.”

Algoritmes
Jan werd 60 en had zin om andere dingen te doen. “Bij mij groeide het idee dat selectie en veredeling weer terug zou moeten komen in de hand van de boer én de consument. Mensen hebben geen flauw idee waar zaden vandaan komen. Alles wordt steeds industrieler. Algoritmes bij grote bedrijven bepalen wat er wordt veredeld. Bij een nieuw wortelras is het belangrijkste criterium dat de wortels stevig genoeg zijn om machinaal geoogst te kunnen worden. Zijn ze wat bleek en smakeloos in de pot, dan doe je er gewoon wat caroteen, zout en suiker bij. Dat zie je ook bij biologisch. Dat maakt mij bedroefd. Het zou anders moeten. De drijfveer is altijd geld. Als we iets meer aan voedsel zouden uitgeven, zouden we een heel andere tuinbouw kunnen hebben.”

De Zaderij
Zo ontstond bij Jan het idee om Coöperatie de Zaderij op te richten met telers die weer zelf zaden gaan vermeerderen. Sinds de start in 2017 zijn twaalf telers lid. Via een webshop zijn de zaden te koop. “De leden zijn op en top gemotiveerd om zaden te telen, maar er komt veel kijken bij een zaad-bedrijf: kwaliteitseisen, wetgeving, marketing, logistiek, zaadadministratie. We zijn nu een bedrijfsplan aan het maken om daarin nieuwe stappen te kunnen zetten.”“Het is belangrijk dat er meer bewustzijn komt voor waar het zaad vandaan komt, bij telers en consumenten. Dat is voor mij de belangrijkste drijfveer om me in te zetten voor De Zaderij. Met zaadvaste rassen kunnen boeren zelf zaden telen. Ik ben niet principieel tegen hybrides – ik heb er zelf ook geld mee verdiend – maar hybrides horen bij het gangbare verdienmodel: technologische veredeling waarbij de consument op afstand wordt gezet. Zaad wordt gezien als een wasmiddel met ieder jaar een vernieuwde formule. Maar dat is helemaal niet nodig. Rassen van 100 jaar geleden leven voort als je ze nu teelt en selecteert. Je moet dat geen oude rassen noemen. Als er vandaag Mozart wordt gespeeld, dan gaat het erom hoe de muziek nú wordt uitgevoerd.”

Bron: Dynamisch Perspectief

Publicatiedatum: