In het Limburgse Halen neemt Yvan Verhemeldonck ons mee voor een wandeling door zijn boomgaard. In 1994 nam hij het fruitbedrijf van zijn vader over. Van bij het begin was Yvan begeesterd door het ecologisch aspect van fruit telen. Als een van de eerste in Vlaanderen startte hij met geïntegreerde teelt, maar sinds 2010 teelt hij biologische appels en peren. “Bio is niet simpel. Je moet veel stielkennis hebben en veel manueel doen, maar dat is een uitdaging die ik graag aanga.”
Fotografie: Astrid Agemans voor Bioforum Vlaanderen/Bio Mijn Natuur
Yvan Verhemeldonck is al meer dan twintig jaar fruitteler. Hoewel zijn ouders fruittelers waren, werkte Yvan de eerste 15 jaren van zijn carrière als commercieel vertegenwoordiger in de schoenenbranche, daarna ging hij fruitbomen verkopen voor boomkweker Johan Nicolai. Dat leidde Yvan naar een nieuwe uitdaging. Hij ging appelen en peren verhandelen op de internationale markt. Ook daar deed hij ervaringen op die hem later nog van pas zouden komen.
In 1994 namen Yvan en zijn vrouw Marleen uiteindelijk het fruitbedrijf van zijn ouders definitief over en breidde hij het verder uit. Yvan is het meeste van de tijd in de boomgaard aan de slag. Marleen houdt zich vooral bezig met de sortering. Het fruit wordt geleverd aan de veiling en belandt via die tussenweg in de supermarkt. In 2010 schakelden ze om naar de biologische teelt. De stap naar bio hebben ze bewust gezet, vertelt Yvan ons.
Welke appels teel jij?
"In totaal is mijn bedrijf 21 hectare groot. Daarvan is 11 hectare aangeplant met appels, de andere 10 hectare zijn peren. De bekendste appelsoort is Jonagold, maar eigenlijk is die de laatste jaren erg gevoelig geworden voor ziektes als schurft. Daarom ben ik van plan om dat ras af te bouwen. Vier op tien verkochte appels in België zijn nog steeds Jonagold. Dat is veel, maar stilaan begint dat te veranderen."
"Nu concentreer ik me liever op minder ziektegevoelige rassen. Voor de appels zijn dat Nicogreen, Santana, en Natyra. Vorig jaar heb ik voor de eerste keer Natyra geplukt, en die wordt erg geapprecieerd dankzij zijn lekkere, redelijk zoete smaak. In blinde smaakproeven komt deze rode appel er bijna altijd als beste uit. Onlangs heb ik een oudere Jonagold-boom met zeer stevige takken omgeënt naar Natyra. Die boom reageert door te vertakken, die wil al zijn force kwijt. Ik verwacht dat ik al binnen twee jaar Natyra aan het plukken ben! Nochtans werd op voorhand gezegd dat Natyra-bomen traag groeien, maar dankzij mijn ervaring als boomkweker weet ik hoe je een boom takken kan doen maken. Dat heeft te maken met vakmanschap en kennis. Het is een resultaat waarop ik niet had gehoopt, daarom ben ik er fier op.”
“In de Verenigde Staten claimen ze nu dat ze via genetische manipulatie een groene appel hebben gevonden die niet verkleurt na het versnijden. Dan denk ik: “dat hebben wij al verkregen op een natuurlijke manier, die moeten jullie niet uitvinden”. Ik teel Nicogreen, een fantastische appel die rijk is aan vitamine c … en niet verkleurt. Iets vinden is één zaak, het commercialiseren een andere."
En welke peren vind je in jouw boomgaard?
"Iedereen is op zoek naar een lekkere, rode zomerpeer en volgens mij is dat Celina! Dit jaar heb ik twee hectare Conference-peren omgeënt naar Celina. Ik heb ook als een van de enige Belgische biotelers nieuwe Celina-bomen aangeplant en tot op vandaag nog geen last gehad van ziektes als schurft. Dat stemt me hoopvol.”
“Daarnaast teel ik Conference, maar die is de laatste jaren veel gevoeliger geworden voor schurft. Ik denk dat vooral komt omdat Conference heel veel in monocultuur te vinden is. Persoonlijk vind ik Conference in biologische of niet-biologische variant twee totaal verschillende peren. De niet-biologische Conference is glad van schil, de biologische wat ruwer. Op vlak van smaak vind ik biologische peren steeds lekkerder. Daar heb ik een logische verklaring voor. Hoe minder stuks aan de boom hangen, des te geconcentreerder de smaak. Ook de beste wijn wordt gemaakt van druiven met een gelimiteerde opbrengst per hectare."
Fotografie: Astrid Agemans voor Bioforum Vlaanderen/Bio Mijn Natuur
Hoe oud worden jouw bomen gemiddeld?
"Mijn oudste Conference-bomen heeft mijn vader nog geplant toen hij het bedrijf begon, dus die zullen ongeveer 70 jaar oud zijn. Dat zijn er een beperkt aantal, maar ik heb toch ook veel perenbomen die ruim 40 jaar oud zijn. Fruitbomen worden meestal na 12 à 14 jaar gerooid en dan worden er nieuwe aangeplant. Dat vind ik verspilling. Als je met oudere bomen nog voldoende opbrengst behaalt, waarom zou je die dan rooien? Ook mijn Jonagold-bomen gaan langer mee dan gemiddeld. Door het mechanisch snoeien is de stam wel redelijk oud, maar blijft het vruchthout jong. De bomen blijven compacter, waardoor de appels vooral aan de buitenkant van de boom hangen en beter kleuren. Daardoor krijg ik meer appels aan de boom en blijven de vruchten iets kleiner."
"Op vlak van smaak vind ik biologische peren steeds lekkerder. Daar heb ik een logische verklaring voor. Hoe minder stuks aan de boom hangen, des te geconcentreerder de smaak."
Je boomgaard is omringd door hagen. Wat is daar het nut van?
'Ik heb langs mijn boomgaarden meer dan 2,6 kilometer hagen geplant. Ik koos voor een zevental, vroegbloeiende inheemse soorten, zoals hazelaar, inlandse vogelkers, sleedoorn... Een belangrijk doel van de hagen is om nuttige insecten en bestuivers aan te trekken en ervoor te zorgen dat die zich in de boomgaard huisvesten. Op die manier vinden die beestjes, ook voor en na de bloei van de fruitbomen, nog voldoende voedsel. De hagen dienen ook als een barrière tegen drift van gewasbescherming die mijn niet-biologische buur gebruikt op de naburige akkers. Het nadeel is wel dat zo’n haag ook veel vogels aantrekt, wat bij het rijpen van het fruit extra prikschade oplevert."
Het is steeds zoeken naar evenwicht…
"Inderdaad. Biodiversiteit kan je niet zomaar van de ene dag op de andere leren. Door hagen te plaatsen kan ik bijvoorbeeld slechte insecten zoals de boswants aantrekken, maar in de hagen van biologische boomgaarden zitten ook tot drie keer meer spinnen. En dat zijn nuttige beestjes die de schadelijke insecten opeten. In het midden van de boomgaard zitten weinig insecten, daarom zaai ik rijstroken tussen de fruitbomen in met grasklaver en bloemenmengsels. Grasklaver geeft extra stikstof aan de wortels van de bomen en in de zomer zijn de bloemen nuttig voor insecten en bijen."
Hoe bestrijd je onkruid?
"Het gras dichtbij de bomen wordt onder handen genomen met een litsenmaaier: dit hydraulisch aangedreven toestel maait het onkruid zeer kort af door snel draaiende zweepjes. SM voor onkruid, zeg maar. Vroeger werd alles gemaaid, nu maai ik nog 1 om de drie rijen, omdat je in dat hoger gras en onkruid meer lieveheersbeestjes tegenkomt. En dat zijn best nuttige beestjes omdat ze enkele plagen kunnen helpen bestrijden. Mechanische onkruidbestrijding is met de juiste machines heel haalbaar, maar het blijft wel arbeidsintensief. Met mijn schoffelmachine duurt het een week voor ik volledig rond ben. Als het veel regent, dan moet ik soms om de drie weken teruggaan. Ik vind onkruid niet per definitie slecht. Onkruid wordt mee ondergewerkt, en dat zorgt voor mineralisatie in de bodem. Bovendien schoffel ik slechts op 5 centimeter diepte zodat de bodem in topvorm blijft."
Hoe lok je bestuivers?
"Tijdens mijn eerste jaren als biologisch teler heb ik zelf metselbijen (een soort wilde bijen, nvdr) gekweekt. Ik bood hen ‘woongelegenheid’ aan door zelf boomstammen te zagen en er gaatjes in te maken. Dat leek te werken. Toen bleek dat die cocons geparasiteerd werden en dat ik op die manier eigenlijk meer schadelijke dan nuttige insecten had ingebracht. Nu laat ik de natuur meer zijn gangetje gaan. Ook het aantal bijen is belangrijk. Eén bijtje kan geen honderdduizend bloemetjes bestuiven. Daarom werk ik samen met imkers die hun bijenkasten in de boomgaard plaatsen. Alles samen huisvest ik een dertigtal bijenvolken. De imkers vinden het belangrijk dat ik een biologisch teler ben, want ze vrezen dat het negatieve effect van spuiten op hun bijen. (wijst naar een bijenkast) Het effect van de natuurlijke bestuiving kan je makkelijk met het blote oog zien. Vlakbij de bijenkast hangen de takken van de fruitbomen heel vol met vruchten, vijf bomen verder zijn dat er al minder. Bijen kunnen tot wel twintig kilometer vliegen, maar ze maken het zich liever gemakkelijk."
Waarom is het beter om verschillende bomen naast elkaar te planten?
"Omdat meeste appel- en perenbomen veel en mooie vruchten geven wanneer hun bloemen bestoven worden met het stuifmeel van andere bomen. Elk ras heeft zijn eigen karakter en dat resulteert in verschillende smaken. Elke soort is bovendien plukrijp op een ander moment, waardoor ik mijn oogst beter kan spreiden. In 2015 heb ik twee rijen Natyra samen met twee rijen Santana aangeplant. Zo krijg je optimale bestuiving. De jonge Natyra-bomen worden extra goed gesoigneerd en kunnen daardoor uitgroeien tot stevige bomen. Ze krijgen regelmatig water zodat ze geen last hebben van stress. (toont een tak) Kijk, hier staan al mooie zijtakken met bloemknoppen op voor volgend jaar."
Fotografie: Astrid Agemans voor Bioforum Vlaanderen/Bio Mijn Natuur
Heb je vaak last van hagel?
"Jazeker. Mijn vader heeft als fruitteler op heel zijn carrière amper twee keer hagel gekend. Ik ben de afgelopen jaren al zeker achttien keer getroffen geweest! De laatste grote schade was tijdens de Pukkelpopstorm zeven jaar geleden. Toen was mijn volledige oppervlakte verhageld. Meteen daarop heb ik besloten om aan één zijde op twee hectare hagelnetten te plaatsen. De hagel kwam op mijn bedrijf altijd uit het zuidwesten. Dat jaar is de hagel voor de eerste keer uit het oosten gekomen, dus de netten hadden daardoor niets uitgehaald. De afgelopen vijf jaar had ik plots geen hagel meer, en dacht ik nu ben ik eindelijk safe, maar daarna is het gewoon opnieuw begonnen."
Waarom beregen je bij nachtvorst?
"Vorig jaar was het in april tijdens de bloei elf nachten -1 of kouder. Dan vriezen de bloemetjes die voor vruchten moeten zorgen kapot. Wanneer je de bomen nat houdt, komen hun bloesems in een pakketje van smeltijs te zitten. Zolang er nieuw water wordt aangevoerd kan de temperatuur van het ijs niet dalen onder 0°C en zullen de bloesems bijgevolg niet bevriezen. Daarom moet ik dus soms beregenen met water vanuit de Velpe, de nabijgelegen rivier."
Fotografie: Astrid Agemans voor Bioforum Vlaanderen/Bio Mijn Natuur
Appels en peren zijn gevoelig voor ziekten en plagen. Hoe pak je dat aan als bioteler?
"Omdat we slechts een beperkt aantal middelen mogen inzetten tegen insectenplagen, behouden we veel meer nuttige insecten die voor natuurlijk evenwicht zorgen. Appelmaden en de fruitmot bestrijd ik door ‘feromoonverwarring’ en ik moet zeggen dat ik me daar heel goed bij voel. We hangen in de bomen ‘draadjes’ met een stof die de mannetjes aantrekt. Zo komen de mannetjes naar daar in plaats van de vrouwtjes te vinden. Wanneer ze niet paren, hebben wij ook geen problemen met de larven die in onze appeltjes kruipen. Sinds ik biologisch teel heb ik bij de peren ook minder last van perenbladvlo, roestmijt en spint en bij de appels minder last van luizen."
"Er komen altijd nieuwe plagen bij. Momenteel hebben we veel angst voor de zaagwespen bij appels en voor de boswantsen bij peren. De zaagwesp was vroeger helemaal geen probleem, maar ze rukt sinds kort overal in Europa op. In Duitsland, Oostenrijk en Italië gebruiken biotelers bitterhout. Ik kan me enorm ergeren aan het feit dat zo’n middel in België niet goedgekeurd wordt! En verder werk ik ook mee aan onderzoek om een remedie te vinden tegen boswants. Eens de peren zijn aangetast worden ze helemaal misvormd en hard als beton, dan bijt je daar je tanden op stuk."
"Onlangs heb ik 500 nieuwe bomen moeten herinplanten door muizenschade. In het slechtste geval bijten die de wortels van de boom helemaal door. Daarom ben ik van plan om geen nieuwe bomen meer te planten, maar alleen nog oudere bomen om te enten. Als daar een muis aan knabbelt, dan gaat die een boom die al 20 jaar geworteld heeft, niet meer zomaar dood kunnen knabbelen."
Is schurft een probleem?
"Ja. Schurft is onschadelijk voor de consument, maar bij appels en peren veroorzaakt het kurkachtige vlekjes, en dan krijg je ze niet meer verkocht. Tegen schurft gebruik ik een behandeling met bicarbonaat (bakpoeder in de volksmond), koper of zwavel in de laagst mogelijke hoeveelheden (het gebruik van deze middelen wordt in bio streng beperkt, de telers experimenteren met de laagst mogelijke dosis, vaak gebruiken ze minder dan wettelijk wordt toegelaten, nvdr). Voor de winter en meteen na de snoei besteed ik veel aandacht aan het verhakselen van afgevallen bladeren. Vanaf die bladeren kunnen de sporen van achtergebleven schurft zich het volgende seizoen weer verspreiden."
Denk je dat de consument het verschil kan maken, door in de winkel bijvoorbeeld niet steeds voor de mooiste appel of peer te kiezen?
"Draai of keer het zoals je wilt, maar de meeste klanten gaan steeds de best uitziende appel of peer uitkiezen. Eerlijk? Ik kies zelf ook voor het mooiste exemplaar. Het tweede keus fruit wordt verwerkt in de industrie, daar is niets mis mee. In de gespecialiseerde biologische winkels kan je veel meer verschillende lokale rassen vinden en zij informeren hun klanten beter. Dat is zeker een meerwaarde. In de supermarkt is de schapruimte voor bioappels meestal beperkt tot één à twee rassen. Anderzijds vind ik het een positieve evolutie dat elke supermarkt nu ook bio verkoopt. Binnenkort zal de biologische perenoogst zowat verdubbelen. Ik heb lang genoeg handel gedaan om te weten hoe het werkt. Hoe meer boeren overschakelen op bio, hoe meer we ook de supermarkten nodig zullen hebben om die grotere hoeveelheden verkocht te krijgen.”
Nog plannen voor de toekomst?
“Binnenkort heb ik de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. Uitbreiden zit er voor mij niet meer in, maar ik wil in de toekomst wel nog nauw samenwerken met collega-boeren, onderzoekers… Ik ga verder telen op 14 hectare en leg me toe op resistente rassen. Mijn neef heeft grote interesse in de biologische teelt en hij gaat binnen drie jaar zeven hectare van mijn bedrijf overnemen. De opvolging is dus verzekerd.”
Bron: Bio Mijn Natuur