Oostenrijk heeft de grootste biologische veestapel voor zowel schapen en geiten en varkens. Voor de eerste categorie gaat het om 33 procent van het totale aantal schapen en geiten dat biologisch gehouden wordt. Voor de varkens is dat percentage 2,8 procent. De rundveestapel in Oostenrijk staat wel in de top 3 maar gaat met een aandeel van 17 procent niet aan kop. Zweden is koploper met 20 procent van de runderen op een biologisch bedrijf.
Aandeel biologische veestapel in totale veestapel
Bron: Europese Commissie
Acht lidstaten hebben een aandeel boven de 10 procent aan bio-runderen. De grootste percentages worden gerapporteerd door Letland, Zweden en Oostenrijk. Voor de meeste EU-landen is de biologische varkenshouderij kleiner dan 1 procent van de totale sector.
Bron: Europese Commissie
In het oog springen vijf lidstaten die bovengemiddeld scoren als het om de biologische veestapel gaat. Frankrijk en Duitsland hebben de grootste veestapel bio-runderen. Het Verenigd Koninkrijk telt het grootste aandeel biologisch gehouden schapen en Denemarken heeft het hoogste percentage bio-varkens.