Maatregelen
Klimaat vergt vooral een mondiale aanpak. Op de klimaattop volgende maand in Warschau wordt een belangrijke stap gezet voor mondiale afspraken in 2015. Daarvoor is een heldere Europese inzet noodzakelijk. Nederland zet binnen de Europese Unie in op een afname van de CO2-uitstoot van ten minste 40% in 2030 ten opzichte van 1990. Daarmee hoort Nederland in Europees verband weer bij de koplopers. Het kabinet wil de koppositie bereiken door bijvoorbeeld in te zetten op het stimuleren van innovatie voor schone energie, het tegengaan van verspilling van grondstoffen en op meer energiebesparing in verschillende sectoren.Met de Klimaatagenda wordt de samenhang van het verminderen van broeikasgassen én het aanpassen tegen de gevolgen van klimaatverandering opgepakt. Zo is de afspraak op mondiaal niveau om een maximale temperatuurstijging van 2 graden Celsius te beperken. In Europees verband richt het kabinet zich op het verbeteren van het emissiehandelssysteem (ETS) en uitdagende normen voor producten. Ook voor andere sectoren (non-ETS) zoals landbouw en mobiliteit zijn maatregelen noodzakelijk. Voorbeeld: mobiliteit zet in op 25 Mton, dat is 6 Mton CO2-reductie minder dan wanneer Nederland niets doet en dat betekent een vermindering van de uitstoot van grofweg 3 miljoen auto's (van 31 Mton naar 25 Mton in 2030). Het kabinet werkt verder aan een Nationale Adaptatiestrategie om de risico’s voor de gezondheid, transport en voor voedsel te managen. Te denken valt aan maatregelen om voorbereid te zijn op de gevolgen van klimaatverandering in de toekomst. Dat houdt onder meer in: actie tegen hoger water, hittebestendig maken van steden door meer groen in de stad en voorbereid zijn op ziekten die een warmer klimaat met zich mee kan brengen. Deze Adaptatiestrategie is in 2016 klaar.