De uitval door perenschurft (Venturia pirina) kan in de biologische teelt oplopen tot 80 procent. Wisselende bestrijdingsresultaten veroorzaken onzekerheid bij de biologische telers en leiden tot een toename van het aantal behandelingen. Dat resulteert in oplopende productiekosten en milieubelasting, zonder dat daarmee de effectiviteit van de bestrijding verbetert. De wisselende kwaliteit en kwantiteit van de biologische perenproductie veroorzaken op hun beurt onzekerheden in de afzetketen, en weerhouden potentieel geïnteresseerde fruittelers om om te schakelen naar de biologische teeltwijze.
Beperkte kennis beschikbaar
Ook gangbare perentelers hebben steeds meer moeite om schurft onder controle te houden, ondanks dat zij effectieve chemische gewasbeschermingsmiddelen tot hun beschikking hebben. Dit alles duidt erop dat er fundamentele kennis van de biologie van de schimmel ontbreekt. De kennis die er is, is beperkt, en praktijkervaringen komen niet overeen met hetgeen over de ziekte is gepubliceerd. Bovendien wordt er nauwelijks onderzoek gedaan naar de schimmel.Nieuwe bestrijdingsstrategie
In december 2010 zijn acht biologische fruittelers een informele werkgroep 'schurftbestrijding op peer' gestart. Zij inventariseerden elkaars ervaringen, deden literatuuronderzoek, spraken met adviseurs en bezochten onderzoekers en collega-telers in België. Dit is de aanzet geweest tot het opzetten van dit praktijknetwerk.Tot op heden worden beslissingen over schurftbestrijding genomen op basis van een waarschuwingssysteem (RIMpro). Dit systeem is echter gebaseerd op de infectiebiologie van appelschurft. Met nieuwe kennis over de biologie van perenschurft kan het bestaande waarschuwingssysteem worden geoptimaliseerd. Van daaruit kan een nieuwe bestrijdingsstrategie worden ontwikkeld voor Conference, het belangrijkste perenras in zowel de gangbare als biologische teelt. Inmiddels zijn daarvoor eerste ideeën geformuleerd. In 2012 en 2013 wil het netwerk de ideeën onder deskundige begeleiding testen en evalueren.
Voor meer informatie: Marc Trapman, Bio Fruit Advies
Bron: Praktijknetwerken Landbouw via bioKennis