Schippers gaat energiedrankjes in de supermarkt niet verbieden
"In de supermarkt zijn diverse producten te koop waarvan teveel eten of drinken niet gezond is. Het is van belang dat jongeren weerbaar worden gemaakt en leren omgaan met de verleidingen van producten waarvan overmatig gebruik niet goed voor hen is. Ouders hebben hierin een belangrijke verantwoordelijkheid", aldus de minister.
De deelt de mening dat ouders allereerst zelf verantwoordelijk zijn om kinderen geen energiedrankjes te geven en dat het bannen uit de supermarkt te ver gaat.
Ze geeft aan dat het belangrijk is dat ouders zich bewust zijn van de effecten van consumptie van energiedrankjes bij hun kinderen. "Daarom zet ik met mijn beleid in op goede informatievoorziening voor ouders en jongeren. Het Voedingscentrum geeft informatie over cafeïnerijke producten als energiedrankjes en ontraadt kinderen onder de 13 jaar het gebruik van energiedrankjes. Jongeren tussen 13 en 18 wordt aangeraden om consumptie van cafeïnerijke producten te beperken tot 1 consumptie per dag. Daarnaast wordt via schoolprogramma's en de Jeugdgezondheidszorg informatie gegeven over gezonde en ongezonde voeding."
De minister is het ermee eens dat op energiedrankjes met een hoog cafeïnegehalte een waarschuwing moet staan. "Dit is al geregeld. Op dit moment is het verplicht het cafeïnegehalte te vermelden op dranken die meer dan 150 mg cafeïne per liter bevatten, voorafgegaan door de waarschuwing 'hoog cafeïnegehalte' (artikel 21a van het Warenwetbesluit Etikettering). Eind 2011 is bovendien met steun van Nederland een nieuwe Europese Verordening voedingsinformatie voor consumenten aangenomen (nr. 1169/2011). Op grond van deze verordening moet vanaf 13 december 2014 op dranken met een cafeïnegehalte van meer dan 150 mg/l een verplichte waarschuwing op het etiket: Niet aanbevolen voor kinderen en vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven", aldus Schippers.