Het rapport belicht zeven aspecten van duurzaamheid:
- Dierenwelzijn
- Voedselkwaliteit, veiligheid en gezondheid van biologische producten
- Klimaat en energie
- Schadelijke stoffen, afval en gebruik schaarse productiemiddelen
- Natuur en landschap
- Profit
- Verbinding met burger en consument.
Kampioen duurzame meerkamp
Bavo van den Idsert, directeur Bionext, verwoordde onlangs de ambitie van de biologische sector om kampioen van de duurzame meerkamp te worden. In het rapport wordt dit streven ook genoemd: "De biologische landbouw zet in op integrale duurzaamheid en is steeds zoekende naar de beste manier waarop respect voor mens, dier, plant en natuur omgezet kan worden in duurzame productiesystemen en rechtvaardige ketens."Hierbij wordt de kanttekening geplaatst dat doelstellingen soms met elkaar kunnen conflicteren. Een voorbeeld uit het rapport: "Meer voer per kilogram (vlees, red.), staat nog synoniem voor meer broeikasgasemissie. Maar moeten de dieren daarom snel groeien en zo weinig mogelijk bewegen?" Nog een voorbeeld: "Niet-preventief antibiotica geven betekent dat er wel eens dieren ziek worden. Is dat erg?" En nog één: "Het niet gebruiken van bestrijdingsmiddelen in de open teelten beperkt nog steeds de opbrengst." Maar moet de biologische landbouw dan maar bestrijdingsmiddelen gaan inzetten? Nee, wel zijn er uitdagingen en daar moet een oplossing voor gevonden worden. De onderzoekers formuleren het zo: "De biologische aanpak vergt visie, ambitie, creativiteit, uithoudingsvermogen van de betrokken ondernemers en een stevige wisselwerking met onderzoeksinstellingen en partners in het netwerk."
Hoe presteert bio?
Per deelaspect hebben de onderzoekers vermeld hoe wat de ambitie is, welke knelpunten er zijn, hoe bio nu presteert en welke aandachtspunten er zijn voor de toekomst. Dat levert een mooi overzicht op met veel sterke punten en ook verbeterpunten. Als voorbeeld nemen we de passages over kippen en antibiotica:Kippen
"Kippen houden van scharrelen, foerageren en stofbaden nemen. Het beschikken over een buitenuitloop en daglicht, zoals in de biologische houderij, geeft dieren meer mogelijkheden dit natuurlijke gedrag te vertonen. Daglicht maakt de kippen ook minder angstig en heeft een gunstig effect op de stofwisseling. Omdat de kippen kunnen kiezen tussen binnen en buiten, kunnen ze hun temperatuur beter regelen. In inrichting en beheer van de uitloop is er veel variatie in de sector en nog volop ruimte om die verder te optimaliseren.Het beschikken over een buitenuitloop en strooisel betekent wel een hogere infectiedruk. Selectie van kippenrassen die beter weerstand kunnen bieden tegen infecties en zoeken naar alternatieve geneesmiddelen, zijn mogelijkheden om problemen met infecties te verminderen.
Snavels van hennen worden niet behandeld. Dit past in de ambitie om dieren 'heel' te laten en voorkomt onnodige pijn op korte en lange termijn (fantoompijn). De schade door verenpikken is wel groter. De ondernemer kan verenpikken beperken door al vanaf de vroege opfok de omgeving te verrijken: extra strooisel, verhoogde zitstokken, verstrekken van ruwvoer en strooien van graan. Ook een lagere bezetting, kleinere koppels en een beter gebruik van uitloop en daglicht dragen bij aan minder verenpikken."
Antibiotica
"Antibiotica mogen in de biologische landbouw slechts in beperkte mate worden toegepast. Ze mogen niet worden gebruikt om ziekten bij gezonde dieren te voorkomen (preventief) en ook niet om de groei te bevorderen. Hierdoor is het antibioticagebruik in de biologische veehouderij lager dan in de gangbare veehouderij. In de biologische melkveehouderij is het gebruik een derde van het gebruik in de gangbare veehouderij. Voor de sectoren varkenshouderij en pluimveehouderij zijn geen wetenschappelijk onderbouwde cijfers beschikbaar, maar is het zeer aannemelijk dat ook daar het antibioticagebruik veel lager ligt." Hoewel hier geen verbeterpunt bij is vermeld, valt uit deze passage te distilleren dat er behoefte is aan wetenschappelijk onderbouwde cijfers waar die nog niet voorhanden zijn.Klik hier om het rapport 'Perspectief op duurzaamheid' te downloaden. Ook op BioKennis staat een artikel over het rapport.
Voor meer informatie over de duurzaamheidsprestaties kunt u contact opnemen met de auteurs van het rapport: projectleider Arjan Monteny 06-51230438, onderzoekscoördinator Frank Wijnands 0320-291621.
Bron: Bionext