In de avonden en in het weekend, wanneer Griffin geen patiënten hoeft te behandelen, moet reizen of ander chirurgen moet onderwijzen, is Griffin op de boerderij te vinden.
De patiënten zijn voor Griffin de belangrijkste bron van informatie. Hij heeft veel patiënten die zelf ook landbouwer zijn. Zo heeft hij ook een patiënt, Bill Cameron, die hij zelfs zijn 'landbouw mentor' noemt.
Een groot deel van het dagelijks werk op de boerderij draagt hij over aan Jason en Mandy Davis. "Sommige zullen Jason en mij pietluttig noemen", zegt Griffin. "Sole en Mandy zijn de fijnproevers. We hebben allemaal goed, vers en gezond voedsel en we letten er heel nauwkeurig op hoe het geproduceerd wordt."
Het begon met een tomaat...
Als kind hielp Griffin vaak in de tuin van vijf hectare van zijn grootvader. Griffin was gefascineerd door de manier waarop zijn grootvader de tomaten onder het huis hield, om zo de oogst te kunnen verlengen tijdens koeler weer. Griffin had als jonge student van de University of Maryland al geprobeerd om 'de smaak van thuis' na te bootsen, door zijn eigen tomaten te telen. Hij was er alleen niet in geslaagd.Hij heeft een lange weg afgelegd. Ondertussen teelt Griffin minstens vijf verschillende soorten 'historische' tomaten met namen als Stupice, Tigerella, Garden Peach, German Queen en Amana Orange. De uitdaging voor Griffin is om de specifieke smaak te kunnen behouden bij teelt op grote schaal.