Volgens onderzoeker Piet Bleeker kan je met de huidige onkruidbestrijding mechanisatie het onkruid aardig de baas blijven. Wel somt hij 10 basisregels op waar de teler zich naar kan richten:
- Zorg voor een goede vlakligging van het perceel. De diepte afstelling van de schoffels is dan eenvoudiger.
- Zorg voor een goede afstelling van zaai- en plantmachine. Een vaste, gelijke rijenafstand en egale zaai- en plantdiepte verbeteren het resultaat.
- Stem de werkbreedtes van de in te zetten machines met elkaar af. Hiermee zijn problemen met aansluitrijen en afstelling van schoffels in de sporen te voorkomen.
- Begin op tijd met bestrijden, klein onkruid is er veel gemakkelijker onder te krijgen dan groot onkruid.
- Werk zo ondiep mogelijk en voer de erop volgende bewerkingen op dezelfde diepte uit. Hiermee is nieuwe kieming van onkruidzaden uit diepere lagen te voorkomen.
- Wied het onkruid goed los en zorg ervoor dat wortels van het onkruid grondvrij zijn. Dit kan door tanden achter de schoffels te plaatsten.
- Probeer zo dicht mogelijk bij de rij te schoffelen. Elke centimeter dichter bij de rij is minder onkruid in de rij. Moderne sturingssystemen zoals camera’s en RTK-GPS zijn goede hulpmiddelen hierbij.
- Zet zo mogelijk intra rijwieder in, naast vinger- en torsiewieders komen er ook wieders met plantherkenning beschikbaar.
- Wacht na een regenperiode niet te lang. Begin voordat de grond te hard is voor een goede indringing van schoffels of wiedapperatuur.
- Maar gebruik van aanaardende schoffels in gewassen met voldoende lengte. Het kleine onkruid in de rij wordt hierdoor bedekt. Bedekking zorgt vaak voor afdoende bestrijding.
Hoewel er veel mogelijk is met de beschikbare mechanisatie, zijn intra-rij wieders in opkomst. Naast de torsie- en vingerwieders werken fabrikanten aan apparatuur met onkruid herkenning. Deze zijn uitgerust met sensoren die licht, kleur en/of vorm herkennen. De logische vervolgstap is de ontwikkeling van zelf lerende systemen voorspelt Piet Bleeker. "We hebben hier met verschillende varianten intra rijwieders gewerkt. De Poulsen (Robovator) werkt met één camera (oog) per rij, de anderen met één per 3-4 rijen."
Klik hier voor demo.
Voor meer informatie: Piet Bleeker, PPO van Wageningen UR
Bron: BioKennis