Consumenten relatief positief over gentech-groente en -fruit voor oplossing gezondheidsproblemen
Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen UR dat binnenkort gepubliceerd wordt in het wetenschappelijke tijdschrift Food Quality and Preference. Als consumenten kunnen kiezen tussen extra gezonde voeding van planten die genetisch gemodificeerd zijn en van planten die via kruisingen ontwikkeld zijn, hebben ze wel een duidelijke voorkeur voor de laatste.
Het Nederlandse publiek denkt genuanceerd over genetisch gemodificeerde planten. Dat komt naar voren in onderzoek en in de maatschappelijke discussie. Niet alle genetisch gemodificeerde planten worden even negatief ontvangen. Het Wageningse team onderzocht of groente en fruit dat dankzij genetische modificatie minder ziekteverschijnselen zou veroorzaken, positief ontvangen zou worden door consumenten.
Voor het onderzoek werd de mening gevraagd van twee groepen mensen: mensen mét en mensen zónder appelallergie, een allergie die in Europa veel voorkomt. Beide groepen werd gevraagd naar hun mening over verschillende types van in de toekomst te ontwikkelen appelrassen, zoals rassen met verhoogde milieuvriendelijkheid, wel of niet genetisch gemodificeerd, wel- of niet met extra gezonde inhoudsstoffen, en appels die met genen van de appel zelf hypoallergeen zijn gemaakt.
Als het gaat om extra milieuvriendelijke appels, hebben beide groepen consumenten met en zonder appelallergie dezelfde mening. Ze zijn dan gematigd positief over gentech-appels, maar geven de voorkeur aan appelrassen die via kruisingen ontwikkeld zijn.
Voor appels met minder allergenen was dat anders. Vooral consumenten die zélf last hebben van appelallergie zijn positief over appels die minder allergische reacties veroorzaken. Ze hebben een voorkeur voor appels die door kruisingen zijn ontwikkeld, maar hypoallergene appels die via gentech ontwikkeld zijn, vinden zij ook aantrekkelijk. Gentech-appels die voorzien zijn van extra appelgenen scoren daarbij iets positiever dan gentech-appels waarbij extra genen van andere plantensoorten zijn ingebouwd.
Bron: Wageningen UR