Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Meer gegevens beschikbaar over mineralenvoorziening van geiten

Met strikt uitvoeren van de Europese verordening over het toevoegen van synthetische vitaminen aan rantsoenen van herkauwers is het begin geweest van het onderzoek naar mineralen en vitaminen bij geiten. Vanaf 2007 is op 15 biologische geitenbedrijven soms meerdere keren bloed en voer onderzocht om er achter te komen waar de problemen in de mineralenvoorziening zitten en hoe die op te lossen.

Het advies over al of niet toevoegen van vitaminen aan rantsoenen voor herkauwers heeft er mede geleid tot het afschaffen van de Europese regelgeving op dit punt en het vaststellen van een eigen beleid per lidstaat.

Gegevens over mineralen, spoorelementen en vitaminen zijn voor geiten slechts mondjesmaat beschikbaar. In de advisering bleven er vragen over de juiste rantsoensamenstelling en of afwijkingen aan de geiten ondersteund zouden kunnen worden met mineralengehalten in bloed. In de afgelopen jaren is op een aantal bedrijven om diverse redenen bloed onderzocht. Ook zijn op meerdere bedrijven
voermonsters onderzocht om ook die kant wat beter in kaart te brengen. Daarbij worden soms zeer onevenwichtige verhoudingen tussen de verschillende mineralen aangetroffen waardoor beperkingen in de benutting ontstaan. De gegevens zijn bijeengebracht en worden per mineraal besproken, aangevuld met literatuurgegevens. Het rapport omschrijft ook de functie van het mineraal in het lichaam en de lichaamsprocessen. Uit het onderzoek blijkt dat de van rundvee afgeleide referentiewaarden voor geiten niet altijd bruikbaar zijn en dat bloedwaarden van gezonde geiten daarvan soms sterk afwijken (selenium, vitamine E). Problemen met de voorziening in rantsoenen en met een verminderde benutting doen zich vooral voor bij zink, koper, kobalt en zwavel terwijl selenium steeds (erg) hoog is.

Contact informatie: Gidi Smolders, Wageningen UR Livestock Research

Bron: Biokennis, 16-08-10

Publicatiedatum: