Nederlands platteland slecht ingericht op bijen
Dankzij deze grootschalige monitoring op meer dan 100 plekken in Nederland wordt duidelijk welke landschapselementen cruciaal zijn voor de wilde bijen. Bij-vriendelijke plekken in landbouwgebieden worden steeds belangrijker, omdat het slecht gaat met de bijen op het platteland. De verwachting is dat de bijenhotels vooral gebruikt worden door algemene soorten metselbijen. Die zijn afhankelijk van bijvoorbeeld erfbeplanting en overhoekjes, waar bomen en struiken zorgen voor voldoende dracht, beschutting en nestgelegenheid.Foto: Merijn Bos, Louis Bolk Instituut.
Metselbijen leven –anders dan honingbijen - alleen en niet in een volk, en vliegen minder ver om stuifmeel te verzamelen. Ze maken van nature hun nestjes in holle plantenstengels en gaatjes in bomen en muren, maar doen dat ook in de bijenhotels. De boeren volgen zelf of en in hoeverre bijen gebruik maken van de speciale bijenhotels en doen daar online verslag van. Het Louis Bolk Instituut inventariseert en analyseert de gegevens en zal aanbevelingen doen om de bijvriendelijkheid van het landschap te bevorderen. De aanwezigheid van bijen is van cruciaal belang voor biodiversiteit en bestuiving: zeer veel gewassen en wilde planten zijn afhankelijk van bestuiving door insecten.
Over het netwerk BIJenBESTUIVING
In het kennisnetwerk BIJenBESTUIVING (2013-2015) werken imkers en boeren samen aan een bij-vriendelijk landschap door teelttechnieken en agrarisch natuurbeheer af te stemmen op de Honingbij en wilde bijen. Ze worden begeleid door het Louis Bolk Instituut. Het netwerk wordt gefinancierd door sponsors uit het bedrijfsleven aangevuld door het Ministerie van Economische Zaken en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.Voor meer informatie: www.boerenmetbijen.nl